Duidelijkheid over de Wet

Het wettig gebruik der Wet

De Wet, in de volksmond door leken “De tien Geboden” genoemd, is tot op de dag van vandaag een heet hangijzer onder Christenen. Onder het mom van ‘duidelijkheid scheppen’ wordt er doorgaans meer verwarring gezaaid.  Als het even tegenzit krijg je dan een verhandeling te horen dat deze onverkort van kracht is. Maar hoe zit het nou echt?

Begin vorige eeuw schreef ds. Harry Bultema er een lijvig boekwerk over, wat nog vrij recent hertaald en opnieuw is uitgegeven door Stichting Vlichthus. Vanwege het grote belang en blijvende waarde van deze informatie hebben we het opgenomen in onze bibliotheek.

Klik afbeelding om boek (pdf) te downloaden

“Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen”. Na vier hoofdstukken horen we Paulus in Galaten 5 : 1 bijna in het echt met verheven stem uitroepen: Stáát dan in de vrijheid – in de genade – van Christus! Keer niet terug tot een leven onder de wet! Het is helaas zo vaak nodig dat Paulus deze basiswaarheid van het Evangelie krachtig verkondigt.

Leven uit Genade of uit de wet?
Hoe is het toch mogelijk dat er in deze hele bedeling zo vaak gewezen moet worden op leven uit alleen Genade? Waarom wil men terug naar een leven onder een wet – of een deel daarvan – die notabene ooit alleen aan Israël als volk gegeven werd en ook weer opgeheven werd? En waarom accepteert men niet dat de wet wel goed is, maar dat het “vlees” nooit de wet kan houden? Waarom gelooft men niet de Schrift? Die stelt namelijk dat een wedergeborene ín Christus een nieuwe schepping is. En dat hij daarmee dood is in het vlees en dus ook dood voor de wet?
Waarom probeert men toch telkens weer wet en Genade aan elkaar te verbinden, terwijl Gods Woord deze gedachte volledig verwerpt? Als gelovige in Hem leven wij niet meer onder welke wet of regel dan ook. Die kerken, gemeenten, leiders of individuen zo vaak trachten op te leggen. Leef daarom vanuit de vrijheid van Christus!
Predikant Harry Bultema
De schrijver van “Het wettig gebruik der wet” is predikant Harry Bultema (1894 – 1952). Hij hield zijn gehoor jarenlang voor dat de wet een “regel der dankbaarheid” voor de verlosten is. Na tot inkeer gekomen te zijn, zei hij: “…. dat ik thans in de heilige overtuiging sta dat noch de wet van Mozes in haar geheel, noch de wet der tien geboden in het bijzonder, de regel der dankbaarheid voor de gelovigen is. Van deze overtuiging mag ik niet zwijgen. Maar wens ik met tedere liefde en vrijmoedigheid rekenschap te geven.” Hij doet dat vervolgens op een bijzondere treffende wijze, die wij graag via deze uitgave aan u doorgeven.

 

Rapture

It may be at morn, when the day is awaking,

When sunlight thro’ darkness and shadow is breaking.

That Jesus will come in, the fullness of glory,

To receive from the world “His own”

It may be at midday, it may be at twilight, It may be perchance,

that the blackness of midnight will burst into light

in the blaze of His glory.

When Jesus receives “His own.”

While its hosts cry Hosanna, from heaven descending

With glorified saints and the angels attending,

With grace on His brow, like a halo of glory.

Will Jesus receive “His own.”

Oh, joy! Oh, delight! should we go without dying;

” No sickness, no sadness, no dread, and no crying;

Caught up thro’ the clouds, with our Lord, into glory,

When Jesus receives “His own.”

Het lijden van de Here Jezus Christus

Rond deze tijd van het jaar staan Christenen stil bij de gevangenneming, het lijden, de dood, en als het enigszins meezit, ook de opstanding van Jezus Christus. Dat laatste zet ik er nadrukkelijk bij, omdat het verhaal van het tv evenement genaamd de Passion bijvoorbeeld, steevast eindigt bij de kruisiging en dood van Jezus. Waar het verhaal beslist niet compleet mee is.

What does Jesus' resurrection mean to you? | Opinions | capjournal.com

Opmerkelijk is dat het lijden van Jezus doorgaans versmald wordt tot de laatste uren van Zijn aardse omwandeling; de gevangenneming in de hof van Gethsemané, de geseling, de gang naar Golgotha en de kruisiging. Dat wordt dan Zijn offer genoemd. Nu wil ik van het onmenselijke karakter van Zijn kruisdood uiteraard niks af doen. Talloze schrijvers en sprekers vertellen in detail hoe gruwelijk en zwaar dat moet zijn geweest. En dan zeker voor Iemand Die, zonder zonde, volmaakt, uit de hemel kwam.

En ja, Hij die zonder zonde was, voor ons tot zonde gemaakt, was ook de enige die dat KON doen, plaatsvervangend voor u en mij het oordeel over de zonde dragen en sterven. God voorzag zo in een perfect, volmaakt offerlam.

Wat mij in toenemende mate bezighoudt is de gedachte dat de hele levenswandel van de Zoon van God hier op aarde een lijdensweg moet zijn geweest. De Bijbel zegt over de menswording van de Here Jezus ondermeer dit:

Filippenzen 2: 5 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was,
6 Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn,
7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;
8 En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.

‘Heeft Zichzelf vernietigd (lett. ‘ontledigd’, teniet gemaakt), de gestalte van een dienstknecht aangenomen, en is de mensen gelijk geworden. Voor iemand van zulke hoge, volmaakte, hemelse komaf om het maar eufemistisch uit te drukken, moet alleen dát al een lijdensweg zijn geweest. En dan daarna de uiterste consequentie: Heeft Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden tot de dood, ja de kruisdood….

Over die gehoorzaamheid staat ook het volgende

Hebreeën 5: 7 Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze,
8 Hoewel Hij de Zoon was, (nochtans) gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden;
9 En geheiligd zijnde, is Hij allen die Hem gehoorzaam zijn, een Oorzaak der eeuwige zaligheid geworden;

Heeft gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij geleden heeft….

Waarom dat nodig was vinden we hier

Hebreeën 2:14 Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood tenietdoen zou dengene die het geweld des doods had, dat is den duivel,
15 En verlossen zou al degenen die met vreze des doods door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren.
16 Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan;
17 Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen.
18 Want in hetgeen Hij Zelf verzocht zijnde geleden heeft, kan Hij dengenen die verzocht worden, te hulp komen.

Het was dus noodzakelijk dat Hij mens werd, verzocht zou worden, zou lijden en sterven om ons, ellendige zondaren tegemoet te kunnen komen. Hij is overal doorheen gegaan, voor ons…..alle ongeloof, afwijzing, tegenspraak, lastering, bespotting, en uiteindelijk die gruwelijke kruisdood…

Voor ons.

Daarom durf ik de stelling aan, dat Zijn hele leven een lijdensweg is geweest, een opoffering. Hij, uiteindelijk voor ons gestorven. Niet maar voor onze zonden, maar zelfs in onze plaats.

Zoals eerder gezegd is het verhaal hier niet mee af. Want was Hij niet opgestaan, dan was ons geloof tevergeefs, en waren wij nog in onze zonden, zegt de apostel Paulus onomwonden:

1 Korinthe 15: 13 En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.
14 En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof;
15 En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden.
16 Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt.
17 En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.
18 Zo zijn dan ook verloren die in Christus ontslapen zijn.

De hele Schrift getuigt er echter van dat God zou omkijken naar de mens, en beloofde meteen ná de zondeval in Genesis dat er een Verlosser zou komen. En God heeft zoals altijd Zijn belofte gehouden.

Ik wens iedereen die dit leest alvast een opgewekt en daarom vrolijk Pasen!

De opname van de Gemeente

Book page image

Nieuw in de bibliotheek

Zondermeer is de “opname van de Gemeente” een van de meest besproken
onderwerpen onder degenen die uitzien naar de “dag dat ik Hem ontmoeten
mag”. Er wordt veel over “de opname” gesproken, geschreven en zelfs op film
gezet. Uiteraard staat het moment van deze gebeurtenis in de belangstelling;
de Bijbel laat ons immers niet in het ongewisse over de tijd waarin wij nu verkeren.

Is het voor, tijdens of na de Grote Verdrukking dat wij “de Heer tegemoet
zullen gaan in de lucht”?

Deze discussies omtrent het hoe en het tijdstip, vertroebelen helaas vaak waar het echt over zou moeten gaan.

Wat is “de opname” eigenlijk? Hoe ziet “de opname” eruit en wie zijn erbij betrokken?

Waartoe dient deze gebeurtenis? Deze vragen vergen Bijbelstudie, omdat er alleen in het
bovenstaande vers gesproken wordt over “opgenomen worden in de wolken”.

De andere Schriftgedeelten wijzen ons echter heel duidelijk waar het echt om gaat.

Dat is “onze openbaring voor de rechterstoel van Christus”.

Die zaligheid met eeuwige heerlijkheid, brengt met zich mee dat wij het aardse lichaam in
een “flits” zullen afleggen ten gunste van een veranderd en verheerlijkt hemels
lichaam. Daarmee mogen wij verder in de positie waarin wij sinds onze wedergeboorte gezet zijn.

Dit onvergankelijke leven ín Christus, ín de hemel, zal bij de
wederkomst van Christus uit de lucht, getoond worden aan Israël en de volken.

De dag des Heeren

“De dag des Heeren”. Die zal beginnen bij de wederkomst van Christus op de Oijfberg. De vestiging van Gods Koninkrijk op aarde. Een dag die niet zal ophouden. Terugverzameling van Israël, zoals aangekondigd.

Alle afbeeldingen zijn aanklikbaar voor betere leesbaarheid

 

Over heilige koeien en kerkbezoek

Vertaald uit het Engels.

Heilige koe =iets heiligs, waar je niet aan mag komen, boven alle kritiek verheven. In beton gegoten als het ware, onaantastbaar.

Onder veel Christenen bestaan er “heilige koe Bijbelteksten”. Hebreeën 10:25 is daar een van.
Daar staat:

“En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert.”

Dit vers wordt door nagenoeg elke kerk en elke voorganger of oudste misbruikt om er op te hameren “dat we toch vooral trouw elke zondag de kerk, danwel de samenkomst, moeten (blijven) bezoeken.”(redactie: regelmatig komt het betalen van “tienden” ook ergens in het verhaal voor). Sommigen leggen dan het tweede gedeelte van het vers zo uit dat hoe dichterbij in de week de zondag komt , des te meer we elkaar zouden moeten aansporen om de kerk te bezoeken. De meeste Bijbelleraren durven het naar mijn inzicht niet aan om deze heilige koe aan te raken, en wagen zich om die reden niet aan een eerlijke en onbevooroordeelde uitleg van dit vers.

Ik begrijp wel een beetje waar dat vandaan komt. Ik had jaren terug al door welke waarheid Hebreeën 10:25 ons wil leren. Maar ik koos ervoor het te negeren, en probeerde mezelf wijs te maken dat ik het verkeerd zag. Vrijwel iedereen zegt immers, ondanks dat het Grieks iets anders aantoont, dat we kerkgang vooral niet achterwege moeten laten. En aangezien er geen ander Schriftgedeelte te vinden is wat ook maar een beetje als bewijs zou moeten dienen, is het best tricky om deze heilige koe te slachten.

In mijn achterhoofd heb ik eigenlijk al die tijd geweten dat dit gedeelte helemaal niet over kerkgang gaat. Dit vers bespreekt iets heel anders, en dat wordt mede duidelijk uit het verband waar het in staat. Ik hoop dat dit artikel ertoe bijdraagt dat anderen dit ook gaan zien.


De verzen 23 en 24
Mijn bedoeling is om een eerlijke uitleg te geven van dit vers. Ik zou je willen aanmoedigen om heel hoofdstuk 10 aandachtig te lezen. Ik begin hier met vers 23.

23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden (want Die het beloofd heeft, is getrouw).

het Griekse woord voor “hoop” is “elpidos”, en het wordt overal ook zo vertaald. Dus het gaat hier over “de onwankelbare hoop vasthouden”. Onze trouwe God heeft het immers beloofd. Wat is deze hoop?
We kunnen van alles hopen. De Schrift echter, verwijst vaak naar onze hoop op de opstanding der doden, en onze verheerlijking bij de komst van onze Here Jezus Christus. In Handelingen 23:6 schrijft Paulus over

“de hoop en opstanding der doden”.

En in Handelingen 24:15 zegt hij dat hij “hoopt op God, die de Farizeeen ook hebben, dat er een opstanding der doden zijn zal, voor zowel rechtvaardigen als onrechtvaardigen.” Naar deze hoop verwijst hij ook in Handelingen 26:26 en 28:20. In Romeinen 5:2 noemt hij:

“de hoop der heerlijkheid Gods.”

Dit verwijst niet naar Gods heerlijkheid als zodanig, maar naar iets wat we hopen voor de toekomst. Dit verwijst naar de hoop op de heerlijkheid die God ons zal geven (zie Efeze 1:18).
Dat is ook waar Paulus in Romeinen 8:19-25 over schrijft:

19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods.
20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil die het der ijdelheid onderworpen heeft;
21 Op hope dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.
22 Want wij weten dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe.
23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams.
24 Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij het ook hopen?
25 Maar indien wij hopen hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.

Ik zou nog veel meer Schriftgedeelten aan kunnen halen, maar ik volsta er met twee. In 1 Thessalonicenzen 4:13-14 verwijst Paulus opnieuw naar de opstanding tijdens de komst van Christus als onze hoop:

13 Doch, broeders, ik wil niet dat gij onwetende zijt van degenen die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
14 Want indien wij geloven dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem.

In Titus 2:13 zegt Paulus :

Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus;

Terug naar Hebreeen 10:24 waar staat:

En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;

in de context, vanwege onze hoop op de heerlijkheid van de opstanding bij de komst van Christus, zouden we elkaar aanmoedigen tot liefde en goede werken.

Episunagōgē
Hebreeën 10:25 zegt dat we onze onderlinge bijeenkomst niet moeten nalaten. Onderlinge bijeenkomst is de vertaling van het Griekse woord Episunagōgē. Het woord komt ook voor op één andere plaats, in 2 Thessalonicenzen 2:1-2 waar het vertaald is als “onze toevergadering tot Hem”

1 EN wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus en onze toevergadering tot Hem,
2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.

Er bestaat ook een werkwoordsvorm van, namelijk “episunagō. “Dat komt een aantal malen voor. Laten we er naar kijken.

Matt. 23:37 Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en stenigt die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen, en gijlieden hebt niet gewild.

Een parallelvers is Lukas 13:34. “Bijeenvergaderen” is de vertaling van episunagō. De Here Jezus gebruikt de manier waarop een hen haar kuikens bijelkaar verzamelt als voorbeeld hoe Hij de kinderen van Jeruzalem bij elkaar wil verzamelen. Episunagō wordt hier gebruikt voor een bijeenverzameling met en bij Christus.

Math.24:30-31 30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels met grote kracht en heerlijkheid.
31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve.

“Zij zullen bijeenvergaderen is de vertaling van episunagō. Wederom een duidelijke verwijzing naar een bijeenverzameling met en bij Christus.

Markus 1:33 En de gehele stad was bijeenvergaderd omtrent de deur.

“Bijeenvergaderd is de vertaling van episunagō. De Here Jezus was in een huis waar Hij zieken genas. En de stad verzamelde zich bij de deur van het huis. Hoewel een relatief kleine manifestatie van een dergelijke bijeenkomst, is dit wederom een bijeenvergadering met en bij Christus.

Lukas 12:1 DAARENTUSSEN als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der farizeeën, welke is geveinsdheid.

“Als zij bijeenvergaderd waren” is de vertaling van episunagō. Dit vers spreekt over een grote menigte, bijeenverzameld bij Christus.
Op elke plaats waar episunagō voorkomt, verwijst het naar een verzameling bij/ tot Christus. Op één enkele andere plaats wordt het woord gebruikt voor de grote bijeenverzameling bij Christus, op de dag van Zijn komst en onze opstanding. Wanneer we zien dat episunagō gebruikt wordt in Hebreeën 10:25, zou het bij ons moeten gaan dagen dat het daar dan waarschijnlijk toch niet gaat over de zondagse kerkgang (of elke willekeurige andere dag van de week) maar over iets veel groters. Klopt dat met de context? Laten we kijken.

De dag nadert
Het vers zegt: “En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert.” Merk op, dat in plaats van na te laten, we elkaar zouden vermanen (of: vertroosten, bemoedigen) en des te meer als we zien dat de dag nadert. Welke dag?
Iets verderop in het hoofdstuk lezen we in de verzen 35-37

35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
36 Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil Gods gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen.
37 Want: Nog een zeer weinig tijds, en Hij Die te komen staat, zal komen en niet vertoeven;

“Hij die te komen staat” is zonder enige twijfel een verwijzing naar de Here Jezus Christus. We hebben geduld nodig (vers 36) om op die dag te wachten, de dag van Zijn komst. Blijkbaar konden sommigen dat geduld niet opbrengen, en vergaten of verloren de hoop op onze bijeenverzameling bij Christus bij Zijn komst.
Het bewijs van zowel de context als het belichte vers is zwaarwegend. Het leidt ons duidelijk naar de conclusie dat Hebreeën 10:25 zegt dat we de hoop van onze bijeenverzameling bij Christus niet moeten vergeten of verliezen, zoals sommigen wel deden. Integendeel: we zouden elkaar vermanen c.q bemoedigen met deze hoop, en dat des te meer omdat we de dag van Zijn komst zien naderen.

De verzen 26 en 27 geven de denkbeeldige omstandigheid als we dit nalaten:

26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over vo or de zonden,
27 Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.

Anders gezegd: dit nalaten is verliezen en vergeten waar onze verlossing naar verwijst: het negeren van de waarheid en willens zondigen…. Iedereen die zich hier schuldig aan maakt, komt onder de veroordeling en het noodlot van de tegenstanders. Maar vergeet niet: dit is een denkbeeldig voorbeeld. Vers 39 zegt ook:

39 Maar wij zijn niet van degenen die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen die geloven tot behoudenis der ziel.

God Zelf zorgt ervoor dat gelovigen volharden zodat zij hun hoop niet zullen vergeten of verliezen.

Hebreeën 10:25 is en wordt misbruikt om te proberen het gelovige volk ervan te doordringen dat zij het kerkbezoek niet moeten nalaten. Eigenlijk is dit het enige gedeelte wat in de verte half als bewijs zou kunnen dienen. Maar dat is gewoon een verkeerd gebruik. Zowel het Grieks, áls de context ondersteunen die uitleg simpelweg niet. En waar we de echte betekenis in ogenschouw nemen, valt de les over kerkgang in duizend stukken kapot op de grond.

De waarheid is dat de ekklesia (verkeerd vertaald als “kerk” in veel bijbels) ; niet iets is waar we NAARTOE GAAN; het is wat we ZIJN. Als Christenen KUNNEN we onze bijeenkomst eenvoudigweg niet nalaten omdat we ALTIJD voor Gods aangezicht verzameld zijn. Wij ZIJN de vergadering, de gemeente, de “uit-geroepenen” van Christus.

Ekklesia betekent letterlijk vertaald “de uit-geroepenen”, door de Grieken destijds gebruikt om de mensen aan te duiden die uit de bevolking geroepen waren om leden van een volksvertegenwoordiging te zijn.
De Bijbel spreekt zeker ook over de ekklesia in een plaatselijke setting in een stad (kata) over huizen of families, en als samenkomen (=sunerchomai lett.) Maar er wordt nooit over gesproken als iets buiten ons, waar we naartoe gaan. Ook wordt plaatselijk samenkomen nergens opgelegd alsof het een plicht of voorwaarde zou zijn.

Samengevat vertelt Hebreeën 10:25 ons om de belofte en de gezegende hoop niet te verliezen, vergeten of nalaten (vers 23 en Titus 2:13) van onze toevergadering tot Christus bij Zijn komst (2 Thess 2:1) zoals sommigen de gewoonte hebben. Vanouds geloofden de Sadduceeën niet in de opstanding (zie Matt. 22:23)

Vandaag de dag zijn er velen die zichzelf Christen noemen, zoals vrijzinnige of liberale theologen, en preteristen, die niet geloven in een letterlijke en toekomstige wederkomst van de Here Jezus Christus en de opstanding van de doden. Ook anderen die ooit Christenen werden genoemd hebben hun hoop verlaten onder het credo “Mijn heer vertoeft te komen” (Matt.24:48) en “de opstanding is al gebeurd” (2Tim.2:18). Beide zijn ernstige vergissingen.

Hebreeën 10:25 leert ons dat we, in plaats van de belofte en de hoop te verliezen, we elkaar moeten be- en aanmoedigen, des te meer daar we de dag van Zijn komst dichterbij zien komen.

lees ook:

De samenkomst niet nalaten…wélke samenkomst?

Bomen over Kerst

Het is weer bijna zover. Bij het naderen van een christelijke feestdag zijn er  altijd weer mensen die het nodig vinden om te wijzen naar de zogenaamde heidense roots van de Christelijke feestdagen, en stellen dat het vieren daarvan, en in dit geval het in huis zetten van een Kerstboom op zijn minst een daad van ongehoorzaamheid aan God is, en op zijn ergst een doodzonde. Dat ik dit veel te kort door de bocht vind is een understatement. Een heel andere, positieve invalshoek:

Uit mijn archief, afkomstig van een opgedoekte website.

 

Van oude tijden kennen we overleveringen, feesten, rites en gewoonten die we als heidens en occult beschouwen,
en waar we als christenen voor op zouden moeten passen.
Bezie je bijv. een volksverhaal wat nader, dan blijken er toch elementaire dingen in te zitten, universele waarheden door de Schepper in Zijn schepping gelegd, met als doel dat het schepsel “in de volheid des tijds” het beloofde en waarachtige Licht zouden (h)erkennen en aanvaarden.

Hoezo Mat.2:2 “want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten”

Uiteraard speelt de satan ook een grote rol in het geheel door de dingen listig te verdraaien en te verbasteren, laten we hem daarom niet de eer toeschrijven die Christus toekomt!

Wat de kerstboom betreft, even uit m’n hoofd,
ik zie Christus daarin .
Het is een altijd groene boom, wat eeuwigheid uitdrukt.
De piek, is de kroon op deze boom, da’s natuurlijk ook Christus.
De lichtjes of kaarsjes zijn de gelovigen.
De ballen zijn zilverkleurig verwijzend naar de losprijs die betaald is en
rond verwijst wederom naar de eeuwigheid.
De bazuintjes kondigen Zijn komst aan.
En als ik lees dat 25 december “fout” is omdat dit verwijst naar
natalis invicti solis of “geboortedag van de onoverwinnelijke Zon”
dan weet ik er maar één!

Vandaag de dag zien we steeds meer licht met kerst,
terwijl men het ware Licht niet blieft, Nederland vervalt,
het ritueel viert weer hoogtij, het geloof lijkt verdwenen.
Het lijkt wel of we terug bij af zijn.
Wat heeft 2000 jaar christendom dan gebracht?
De Gemeente, het lichaam van Christus, verzameld uit Jood en Heiden.

Mat.4:16 Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en degenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan.

Luk.2:32 Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.

Grace (nothing else)

Voor de niet engelssprekenden: met ondertiteling in het Nederlands via youtube  goed te volgen.

Grace Is a Primary Doctrine Throughout the Bible; Grace Is Equivalent to Gift. Contrast Grace with Law, and Understand the Purpose of the Law. Also, Contrast the More Mature Christian with the Legalist–For Restoration of a Fallen Brother Can Only Be Effected by Ministering the Grace of God. Scripture: Titus 3:4-7