Bekering: Geloof als levensveranderende persoonlijke keuze

In “de Saambinder”, het orgaan van de Gereformeerde Gemeenten stond een korte artikelenreeks (hulp bij het lezen van Gods Woord) van de hand van ds. D. de Wit.

In dit artikel wil ik ingaan op deel 2, “Christus aannemen”, zoals gepubliceerd in de Saambinder van 05-12-2024. En daarna verkennen hoe het zit met aannemen en bekeren.

“Zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.” – Johannes 1:12

De ds. fileert de teks uit Johannes 1:12 meteen en volledig door de kerkleer der uitverkiezing er rucksichtlos overheen te gooien.

Gewoon lezen en geloven wat er staat komt eenvoudig niet voor in de denkwereld van deze ds. De Kanttekeningen worden er aan hun lange oude haren bijgesleept in een poging dit Schriftwoord van zijn kracht te beroven. De drempel naar het heil wordt zó opgehoogd, dat de lezer wordt geacht apatisch in zijn ‘fatale doodsstaat’ te blijven hangen. Want Hem aannemen, dat kán eigenlijk helemaal niet…….

Lees en huiver:

In een tijd waarin geloof vaak als een complex systeem van regels en rituelen wordt voorgesteld, dringt één eenvoudige waarheid zich op: het Evangelie roept mensen niet op tot prestatie, maar tot een beslissing. Geen handeling, geen verdienste, maar een antwoord. Dit artikel onderzoekt diepgaand de fundamentele Bijbelse lijn van bekering, wedergeboorte, het aannemen van Gods Woord, en het ontvangen van nieuw leven – zoals beschreven in het nieuwe Testament door onder anderen de apostelen als Petrus en Paulus. De nadruk ligt niet op theologische leerstellingen, maar op wat het praktisch betekent om te geloven en wat de gevolgen daarvan zijn.


🕊️ Het Evangelie: vrijheid door de Opstanding

De prediking van Petrus in Handelingen 2 vormt het hart van het Evangelie: Jezus Christus is gestorven, begraven, en opgestaan. Dat feit vormt de basis voor de hele oproep tot bekering. Zijn opstanding was niet alleen een historisch wonder, maar het begin van een nieuwe schepping. Die oproep is geen vage religieuze aanmoediging, maar een directe uitnodiging tot overgave aan het Woord van God.

Petrus confronteert zijn toehoorders met hun verantwoordelijkheid: “Wat moeten wij doen?” De boodschap is helder: bekeert u en laat u dopen. Hier ligt het zwaartepunt niet op externe handelingen, maar op een innerlijke beslissing: geloven is aannemen wat God aanbiedt.


🙏 Wat is Bekering ECHT?

Bekering betekent in de Bijbelse context dat je stopt met vertrouwen op jezelf, op je eigen dan wel geleende filosofie, en op religieuze werken. Het is het afleggen van eigen wijsheid en argumentatie. Het is niet een poging om jezelf aanvaardbaar te maken voor God, maar het opgeven van al die pogingen. Bekering is daarom diep bevrijdend: het betekent dat de mens niet langer hoeft te presteren, maar mag ontvangen.

Volgens de Schrift is bekering het stoppen met iets, niet het doen van iets. Dit staat haaks op veel hedendaagse theologische opvattingen die bekering verpakken in emotie, berouw of mystieke ervaring. De Bijbel zegt simpelweg: geloof het Woord.


✨ Geloven = aannemen = ontvangen

Geloven is niets anders dan aanvaarden. Vertrouwen op de medegedeelde boodschap. Een mens hoort het Woord van God en zegt: “Ja, dat is waar.” Dat is geloof. Wie gelooft, ontvangt nieuw leven: het leven van Christus Zelf. Die persoon wordt meteen kind van God, wedergeboren door de Geest.

Het Woord is als een geschenk dat aangereikt wordt. Je hoeft niets te doen behalve het aan te nemen. Zeg je “ja”, dan ontvang je het Leven. Zeg je “nee”, dan blijft het Leven buiten je bereik.


🏛 Toegevoegd aan de Gemeente

Na het aannemen van het Woord voegt de Heer de gelovige toe aan Zijn Gemeente. Niet op basis van religieuze status, maar door geloof in het Evangelie. Dit is een voltooide handeling van God: Hij voegt toe wie gelooft. Dat betekent ook dat de Gemeente geen menselijke organisatie is, maar een geestelijk lichaam gevormd door wedergeboren gelovigen.


🧱 Gods verkiezing is openbaar

Uitverkiezing is geen geheim plan van God waarbij sommige mensen wél gered (mogen) worden en anderen niet. Integendeel: de Schrift leert dat God degene kiest die gelooft. Gelovigen zijn dus per definitie uitverkoren. Ongelovigen niet. Dat is niet wreed of willekeurig – het is eenvoudig, logisch en rechtvaardig.

Gods uitnodiging is universeel, Zijn selectie is op basis van aanvaarding van Zijn Woord. Niemand wordt buitengesloten, behalve diegenen die Zelf weigeren aan te nemen wat God aanbiedt.


🔥 De geestelijke mens vs. de natuurlijke mens

1 Korinthe 2 legt een cruciaal verschil bloot tussen de “natuurlijke mens” (de mens die leeft naar zintuig, ervaring en filosofie) en de “geestelijke mens” (de wedergeborene). De eerste verstaat niet wat van God is – het is hem dwaasheid. Alleen wie de Geest ontvangt, kan geestelijke dingen verstaan.

Dit verklaart waarom Bijbelse waarheden vaak botsen met menselijke logica. De Bijbel is geen filosofisch werk, maar een geestelijk boek. Het vereist geestelijk verstaan, en dat begint bij bekering.


🛡️ Blijf bij het Evangelie

De oproep tot volharding klinkt in 1 Korinthe 15: “…het Evangelie dat gij aangenomen hebt… door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt…” Geloven is één ding, maar het blijven geloven is essentieel. Niet om behouden te blijven door inspanning, maar omdat het Woord je bron van leven wordt. Loslaten betekent je geestelijke voedselbron afsnijden.


❤️ Liefde voor de Waarheid

De meest schrijnende reden dat mensen verloren gaan, is volgens 2 Thessalonicenzen 2 “omdat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben.” Niet omdat ze geen kans kregen. Niet omdat God hen afwees. Maar omdat ze niet wilden. Geen liefde voor waarheid betekent openstaan voor leugen.

In tijden van verwarring, fake news en ideologische leegheid is liefde voor de waarheid het enige dat redt. De waarheid is geen abstract ding, maar een Persoon: Christus. Hem aanvaarden is waarheid aanvaarden.


🌍 Verzoening: God vraagt het ons

“Laat u met God verzoenen.” Het klinkt vreemd, maar deze oproep komt niet van de mens naar God – maar van God naar de mens. God bidt jou, via Zijn Woord: neem Mijn aanbod aan. Hij heeft alles gedaan – door Christus’ dood, door Zijn opstanding – nu vraagt Hij een antwoord. Geen smeekbede om liefde, maar een serieuze uitnodiging tot gemeenschap.


🧭 Kennis der waarheid = Zaligheid

Kennis is niet alleen informatie. In Bijbelse zin is “kennen” altijd relatie. Je leert het Woord niet alleen weten, maar je gaat er in leven. Je wordt Zijn eigendom, en het wordt het jouwe. Naarmate je het Woord begrijpt, vorm je er een eenheid mee. In die mate word je zalig.


🌟 Tot slot: De Enige Weg

Er is één Weg, één Waarheid, één Leven – en dat is Jezus Christus. Geen andere naam, geen andere boodschap, geen ander fundament. Hij is niet één van de vele opties. Hij ís de enige. Alle religies, ideologieën en theorieën die dat ontkennen, zijn slechts vermomde afleidingen.

De conclusie is eenvoudig: Geloof is aannemen. Niet meer, niet minder. Het is de meest eerlijke, persoonlijke, vrije keuze die je ooit zult maken – en de enige die eeuwig telt.

“Die dan Zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.” – Handelingen 2:41

“Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.” – Handelingen 2:38

“Laat u met God verzoenen.” – 2 Korinthe 5:20

“De mensen die verloren gaan hebben ‘de liefde der Waarheid niet aangenomen, om zalig te worden’.” – 2 Thessalonicenzen 2:10

Geloven is niets vaags of onzekers… geloven is aannemen.

Is bekering echt zo moeilijk? Een kritische blik op de bevindelijk Gereformeerde traditie

In sommige geloofstradities wordt bekering gezien als een moeizaam en ingrijpend proces. Vooral binnen de bevindelijk gereformeerde kringen leeft het idee dat bekering gepaard gaat met een lange weg van strijd, zelfonderzoek en onzekerheid. Maar is dat wel wat de Bijbel leert? Is bekering echt zo moeilijk als men denkt?

Wat is bekering binnen de traditie?

Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen ligt de nadruk sterk op de persoonlijke ervaring van het geloof. Men spreekt over de ‘weg der bekering’, een proces dat verloopt volgens de fases van ellende, verlossing en dankbaarheid. De gedachte hierachter is dat iemand eerst diep moet beseffen hoe zondig hij is (ellende), daarna mag ervaren hoe Christus redt (verlossing), en vervolgens een leven van dankbaarheid leidt.

Veel mensen binnen deze traditie worstelen jarenlang met de vraag of ze wel echt bekeerd zijn. Ze verlangen naar een diepere zekerheid, maar blijven vaak steken in een gevoel van onwaardigheid. Sommigen spreken zelfs over een ‘lange weg’ voordat ze mogen geloven dat Christus ook voor hen gestorven en opgestaan is.

Wat zegt de Bijbel?

Als we naar de Bijbel kijken, zien we een ander beeld. Bekering wordt daar niet gepresenteerd als een langdurig en moeizaam proces, maar als een directe oproep tot verandering. In Handelingen 2:38 zegt Petrus:

 “Bekeert u, en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.”

Dit is een duidelijke, directe oproep. Er wordt geen langdurig proces van worsteling genoemd, maar een onmiddellijke keuze voor Christus.

Jezus zelf zei in Marcus 1:15:

“Bekeert u en gelooft het Evangelie.”

Dit laat zien dat bekering en geloof hand in hand gaan. Het is niet iets wat de mens eerst moet verdienen door een lange periode van zelfonderzoek en ellende, maar een directe roep om zich tot God te keren.

Is bekering moeilijk?

Veel mensen in de bevindelijk gereformeerde traditie ervaren bekering als moeilijk, omdat zij geloven dat het iets is wat hen moet overkomen in plaats van iets waar ze zelf op mogen reageren. Maar de Bijbel laat zien dat bekering niet bedoeld is als een jarenlang gevecht, maar als een eenvoudige daad van gehoorzaamheid aan Gods roepstem.

Denk aan de moordenaar aan het kruis (Lukas 23:42-43). Hij had geen tijd om een lange weg van bekering af te leggen. Hij riep slechts uit:

“Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.”

En Jezus antwoordde direct: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.”

Dit laat zien dat bekering niet ingewikkeld hoeft te zijn. Het is geen kwestie van jarenlange worsteling, maar van het erkennen van Jezus als Redder en het vertrouwen op Zijn Verlossingswerk..

Waarom ervaart men bekering toch als moeilijk?

Het idee dat bekering moeilijk is, komt vaak voort uit menselijke gedachten en tradities. Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen wordt bekering vaak gekoppeld aan diepe emoties en bepaalde ervaringen. Wie die ervaringen niet heeft, kan denken dat hij nog niet echt bekeerd is.

Maar de Bijbel leert nergens dat bekering gepaard moet gaan met een specifieke ervaring of bepaalde gevoelens. Het gaat om een bewuste keuze om Christus te volgen. Jezus nodigt ieder mens uit:

“Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28).

De gedachte dat bekering een lang en moeilijk proces is, komt niet uit de Bijbel, maar uit menselijke tradities. De Schrift leert dat bekering een directe oproep is tot geloof in Jezus Christus. Iedereen die zich tot Hem keert, wordt aangenomen.

Dit betekent niet dat er geen geestelijke groei en verdieping nodig is in het geloofsleven. Maar die groei is niet hetzelfde als bekering. Bekering is de eerste stap, niet het eindpunt van een lange weg. Het is de deur die openstaat voor iedereen die Jezus aanneemt als Redder.

Laten we daarom de oproep van de Bijbel serieus nemen en beseffen dat bekering geen onbereikbaar ideaal is, maar een genadegave van God. Vandaag nog kun je, zonder enige vertraging, gehoor geven aan Zijn roep:

 “Bekeert u en gelooft het Evangelie!”

Ben ik wel uitverkoren?

Bijbelstudie over bekering, uitverkiezing en geloofszekerheid.
Alle Bijbelteksten in deze Bijbelstudie zijn geciteerd uit de Statenvertaling.

In sommige kringen fel bestreden.

Klik de afbeelding om de studie (pdf) te downloaden

Ben ik wel uitverkoren?

De Bijbel roept nergens op om te onderzoeken of iemand uitverkoren is, maar wel om zich te bekeren en in Jezus Christus te geloven. Twijfel over uitverkiezing kan een obstakel vormen voor geloofszekerheid.

Wat zegt de Bijbel over bekering?

Bekering is een bewuste keuze en betekent:

  • Berouw over zonde
  • Terugkeren naar God
  • Geloven in Jezus Christus

De Bijbel roept meerdere keren op tot bekering en belooft dat God iedereen aanneemt die zich tot Hem wendt.

Kan ik mezelf bekeren?

Hoewel bekering Gods werk is, wordt de mens opgeroepen zich te bekeren. God geeft de kracht en de wil om Hem te zoeken en Zijn aanbod van genade aan te nemen.

Is de uitverkiezing willekeurig?

Uitverkiezing betekent niet dat sommigen automatisch gered worden en anderen niet. Jezus is de door God verkozen Redder en iedereen die in Hem gelooft, deelt in deze uitverkiezing.

Wat betekent “weinigen uitverkoren”?

De uitnodiging van het Evangelie geldt voor iedereen, maar niet iedereen accepteert deze. Alleen zij die Jezus aannemen, worden “uitverkoren” genoemd.

Hoe krijg ik geloofszekerheid?

Geloofszekerheid komt niet door gevoelens of ervaringen, maar door te vertrouwen op Gods beloften in de Bijbel. Wie in Jezus gelooft, heeft eeuwig leven.

Wat moet ik doen om gered te worden?

  • Erken dat je een zondaar bent.
  • Geloof dat Jezus voor jouw zonden is gestorven.
  • Vertrouw alleen op Hem voor redding.
  • Geef je leven over aan God.

De Bijbel belooft: Wie in Hem gelooft, zal niet verloren gaan maar eeuwig leven hebben (Johannes 3:16).

Video: “Wat zegt de Bijbel over uitverkiezing?”

Verkeerd gebruikte en/of begrepen teksten

Het zal mijn bezoekers niet ontgaan zijn dat mijn recente berichten allemaal een link hebben met de leer van Johannes Calvijn en wat daaruit is ontsproten, zoals de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels, die vooral in de rechterflank van de Gereformeerde en Hervormde kerken nog altijd allesbepalend zijn voor de leer en schriftuitleg. In het kader daarvan mocht ik van de website van mijn vrouw https://debijbeloverdenken.nl/ het onderstaande overnemen. Het is een deel van de serie over de Romeinenbrief, die zij daar in zijn geheel bespreekt.

Inleiding op de hoofdstukken 9, 10 en 11

Inleiding

De hoofdstukken 9 tot en met 11 vormen een nieuwe eenheid in de Romeinenbrief. Het zijn de minst begrepen hoofdstukken van de brief. Het is een moeilijk gedeelte, maar als we de woorden van Paulus aandachtig lezen, wordt zijn bedoeling duidelijk. Daarbij is de context van de hele brief belangrijk. Als we deze hoofdstukken verkeerd verstaan, kan dat grote gevolgen hebben voor ons beeld van God. Daarom wil ik in deze inleiding het grote plaatje bekijken. Wat is het onderwerp van dit gedeelte? Hoe sluiten deze hoofdstukken aan op de eerdere hoofdstukken? Kortom: hoe moeten we dit gedeelte begrijpen in het geheel van de Romeinenbrief?

Hoofdstuk 8 sloot Paulus af met de jubelende woorden dat niets ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. Na dit hoogtepunt verandert Paulus van onderwerp en van toon. Drie hoofdstukken lang spreekt hij over zijn volksgenoten, zijn broeders naar het vlees. Hij is diepbedroefd nu de meeste Joden de Messias hebben afgewezen. Hun afwijzing roept ook een brandende vraag op. Blijven de beloften van God aan Israël onvervuld nu blijkt dat de redding vooral naar de heidenen gaat?

 

Opbouw van deze studie

  • Eerst zullen we kijken waarom deze hoofdstukken verkeerd begrepen worden en de gevolgen daarvan;
  • dan laat ik zien hoe we ze kunnen lezen in de context van de hele Romeinenbrief;
  • ik geef een korte terugblik op de hoofdstukken 1 tot en met 8;
  • en daarna een vooruitblik naar de hoofdstukken 9, 10 en 11.

Waarom zo vaak verkeerd begrepen?

Ons leesgedrag

Het misverstaan van deze hoofdstukken is het gevolg van de manier waarop wij meestal de Bijbel lezen. Als we lezen pakken we één hoofdstuk of twee. Dan leggen we de Bijbel weer weg en lezen de volgende dag het volgende hoofdstuk. Wij zijn niet gewend om een Bijbelboek in een ruk door te lezen. Ook een preek is meestal gebaseerd op een tekst of een kort tekstgedeelte. Maar daarmee doen we de Schrift en de bijbelschrijvers tekort. De brief aan de Romeinen is zorgvuldig opgebouwd en alle hoofdstukken hangen met elkaar samen. Het is niet de bedoeling om er zomaar een aantal verzen uit te nemen en die los van de context te verklaren. De hoofdstukken 9, 10 en 11 horen bij het complete verhaal dat Paulus vertelt in deze brief.

Calvinistische leer van de uitverkiezing

Het lezen van deze hoofdstukken zonder de context van de brief, heeft geleid tot de leer van de uitverkiezing. We lezen in Romeinen 9:18 bijvoorbeeld dat God Zich ontfermt over wie Hij wil en verhardt wie Hij wil. En in 9:22 dat er voorwerpen van toorn zijn die Hij voor het verderf heeft gereedgemaakt. Als we nu geen rekening houden met de context en de vragen die Paulus in dit hoofdstuk beantwoordt dan trekken we verkeerde conclusies. Dat gebeurt in de Dordtse Leerregels. Die zijn in 1619 opgesteld en worden nu nog steeds door veel Nederlandse kerken gebruikt.

Dordtse Leerregels

Losse teksten uit Romeinen 9 spelen een belangrijke rol in de Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 1 van deze Leerregels heeft als titel: Van de goddelijke verkiezing en verwerping. Het leert dat God vóór de grondlegging van de wereld sommigen heeft uitverkoren om gered te worden en anderen heeft verworpen. Ik citeer uit Hoofdstuk 1, paragraaf 15:

Sommige mensen zijn niet uitverkoren. Dat wil zeggen: God ging in Zijn eeuwige verkiezing aan hen voorbij. ( bewijstekst: Romeinen 9:22) Dat betreft die mensen van wie God in Zijn volkomen vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft om hen in de gemeenschappelijke ellende te laten waarin zij zich door eigen schuld hebben gestort.
God besloot om hun het zaligmakend geloof en de genade van de bekering niet te schenken, maar hen op hun zelfgekozen wegen en onder Zijn rechtvaardig oordeel te laten.

Dit standpunt is om meerdere redenen onhoudbaar. Juist in de Romeinenbrief heeft Paulus zo duidelijk uitgelegd dat de zaligheid is voor “ieder die gelooft” (Rom.1:16 en 17). In Romeinen 10:13 zegt hij: Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. Hij zegt niet: Want ieder die God van tevoren heeft uitverkoren zal zalig worden.

Aandachtig lezen van hoofdstuk 9 laat zien dat Paulus hier helemaal niet spreekt over de redding of verwerping van individuele personen. Laten we naar de context kijken.

Context van de brief

De climax van hoofdstuk 8 was de heerlijkheid die voor de gelovigen klaarligt. Dat betekent dat we mede erfgenamen met Christus zullen zijn en met Hem verheerlijkt worden. Paulus had in Romeinen 8:15 gezegd:

Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van zoonstelling [vertaald met aanneming tot kinderen] ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!

Zie ook Romeinen 8:23. Die belofte van aanstelling tot zonen en de heerlijkheid die daarbij hoort, waren in het Oude Testament aan Israël beloofd. Vandaar dat Paulus nu bedroefd is. Hoe kan het dat deze beloften over heerlijkheid en zoonstelling vooral bij de gelovigen uit de heidenen terecht is gekomen? Hij opent hoofdstuk 9 daarom met deze woorden:

1 Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest,
2 dat het een grote bron van droefheid voor mij is, en een voortdurende smart voor mijn hart.
3 Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van mijn broeders, mijn verwanten wat het vlees betreft.
4 Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de zoonstelling [aanneming tot kinderen] en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.
5 Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen!

Niet de Israëlieten, het volk waar Paulus deel van uit maakt, zijn de ontvangers geworden van deze beloften maar de gemeente, gelovigen uit de Joden en heidenen. In de komende hoofdstukken gaat Paulus uitleggen waarom dit gebeurd is. En ook dat het niet strijdig is met Gods Woord en Gods beloften. Gods Woord is hiermee niet vervallen.

De nadruk in deze hoofdstukken ligt niet op de redding van individuele personen, maar op het plan van God met Israël en de gemeente. Hoe werkt God zijn plan uit en hoe worden de beloften van God doorgegeven.

Als we de voorgaande hoofdstukken aandachtig hebben gelezen dan zagen we in bijna alle hoofdstukken het onderwerp Jood en heiden naar voren komen (1:162:9-293:1-33:93:29-304:97:1). Zelfs de vraag of God wel trouw is aan Zijn beloften heeft Paulus eerder gesteld in Romeinen 3:3

3 Want wat is het geval? Als sommigen ontrouw zijn geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen?
4 Volstrekt niet!

Hier een korte terugblik op de voorgaande hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 tot en met 8

  • In hoofdstuk 1:18-32 besprak Paulus de zondigheid van de mensen en de toorn van God.
  • In hoofdstuk 2 heeft hij laten zien dat die toorn over alle mensen komt. Of we nu Jood of heiden zijn, mét of zonder de wet leven, wél of niet besneden zijn.
  • In hoofdstuk 3 kwam hij tot de conclusie dat de gerechtigheid van God, buiten de wet om, is geopenbaard en door Jezus Christus aan de gelovige wordt toegerekend.
  • In hoofdstuk 4 liet hij zien hoe deze rechtvaardiging door geloof al in het Oude Testament is gedemonstreerd in het leven van Abraham.
  • Vanaf hoofdstuk 5 heeft Paulus uitgelegd wat de rechtvaardiging betekent in het praktische leven van de gelovige.
  • In hoofdstuk 6 heeft hij duidelijk gemaakt dat wij mét Christus gestorven zijn en daarom niet langer hoeven te leven onder de macht van de zonde.
  • In hoofdstuk 7 sprak Paulus over de wet. Hoewel die heilig en rechtvaardig en goed is, had de wet ons alleen maar meer in de problemen gebracht.
  • Hoofdstuk 8 gaat over het leven door de Geest en de heerlijkheid die in de toekomst geopenbaard zal worden. De hele schepping ziet hier naar uit.

Hoofdstukken 9 tot en met 11

Dan komen we, na het hoogtepunt van hoofdstuk 8 bij het gedeelte waar een moeilijke vraag beantwoord moet worden. Hoe zit het met de beloften van God aan Israël? Paulus neemt uitgebreid de tijd om deze vraag te bespreken. Hij doet er drie hoofdstukken over en we moeten geen conclusies trekken voordat we het hele gedeelte hebben gelezen. Ik zal de hoofdstukken op mijn blog vers voor vers behandelen. Hier geef ik een voorlopige samenvatting per hoofdstuk.

Hoofdstuk 9

In de beginverzen van dit hoofdstuk zegt Paulus hoe bedroefd hij is omdat zijn volksgenoten het heil niet hebben aangenomen. Terwijl zij toch Israëlieten zijn en de beloften en de verbonden en de wet hadden ontvangen. Toch heeft Gods Woord niet gefaald. Want zegt Paulus:

Ik zeg dit niet alsof het Woord van God vervallen is, want niet allen die uit Israël voortgekomen zijn, zijn Israël.

In de vertaling van de NBV21: Gods belofte is niet komen te vervallen. Want niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël.

Aan de hand van de geschiedenis van het volk laat Paulus zien dat God altijd een keuze moest maken via welke lijn de belofte vererfd zou worden. Niet Ismaël maar Izak was de zoon van de belofte. Via de lijn van Izak zou uiteindelijk de Messias geboren worden. En in de volgende generatie koos God Jakob en niet Ezau. God is vrij om die keuze te maken zegt Paulus. Maar we moeten ons realiseren dat het niet de keuze is wie er behouden wordt of niet. Het gaat niet om de persoonlijke redding of afwijzing van Jakob en Ezau.

Paulus vervolgt zijn geschiedenisles met Mozes en de uittocht van het volk en eindigt met de tijd van de ballingschap, met citaten uit Hosea en Jesaja.

In Romeinen 9:30-32 komt hij tot een voorlopige conclusie over Israël als volk. Ze hebben de rechtvaardigheid niet gekregen. Ze zochten die namelijk door de wet te houden en niet door geloof. En we hebben in de voorgaande hoofdstukken van deze Romeinenbrief geleerd dat gerechtigheid van God geopenbaard wordt “uit geloof, tot geloof”. De rechtvaardige zal uit het geloof leven (Romeinen 1:17). De tekortkomingen van de wet heeft Paulus in hoofdstuk 7 aangetoond.

Hoofdstuk 10

In dit hoofdstuk onderzoekt Paulus de volgende vraag: Hoe komt het dat Israël misgegrepen heeft als het om de gerechtigheid gaat, terwijl de heidenen dit wel hebben gekregen? Hij werkt dan verder uit wat hij in Romeinen 9:32 heeft gezegd. Zij hebben niet met geloof gereageerd op het evangelie terwijl de heidenen dit wel aangenomen hebben. Het evangelie is aan hen verkondigd (Romeinen 10:14-18) maar ze hebben er niet met geloof op gereageerd (Romeinen 10:21).

Paulus onderbouwt dit met teksten uit het Oude Testament. Hij zet de gerechtigheid die uit de wet is, die in Leviticus 18:5 wordt beschreven, tegenover de gerechtigheid uit het geloof. En hij laat, met een citaat uit Jesaja 28:16, zien dat de gerechtigheid uit geloof al in het Oude Testament werd aangekondigd:

Romeinen 10:11
Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

Hoofdstuk 11

In hoofdstuk 11 tenslotte stelt Paulus de vraag of God Israël compleet heeft verworpen. Het antwoord is: Nee, er is altijd een overblijfsel geweest van gelovige Israëlieten. Dat was zo in de tijd van Elia en het is ook nu zo (Romeinen 11:2-5).

Paulus brengt het evangelie aan de heidenen en hoopt zijn volksgenoten jaloers te maken zodat ook enigen uit hen behouden worden. Want iedere Israëliet die tot geloof komt, wordt toegevoegd aan het volk dat God nu verzamelt: de gemeente. God zal hen opnieuw enten op de olijfboom waarvan ze afgebroken waren.
En Paulus voorziet een toekomst waarin God Zich over het hele volk opnieuw zal ontfermen (Romeinen 11:32).

Tot slot

Dit zijn de grote lijnen van deze hoofdstukken. Ze geven antwoord op de vraag of God wel trouw is aan Zijn beloften: Ja dat is Hij. En op de vraag of Israël geheel verworpen is: Nee, er is nu een gelovig overblijfsel en God zal Zich in de toekomst opnieuw over hen ontfermen.

Dit is de volgende studie: Droefheid over het ongeloof van Israël: Rom.9:1-5.

Alle studies over de Romeinenbrief die inmiddels online staan: Blog Romeinenbrief

Lees ook: Hoe calvinistisch bent u? 

Schrift en belijdenis?

Belijdenisgeschriften 


In het boek “Schrift en belijdenis?” onderzoekt Harold Grevers de gereformeerde belijdenisgeschriften en vergelijkt deze met de Bijbel. Hij stelt de vraag of het gerechtvaardigd is om naast de Bijbel een belijdenis te hebben en of de gereformeerde belijdenisgeschriften volledig in overeenstemming zijn met de Bijbel.

Geschiedenis

Grevers geeft eerst een korte geschiedenis van de Reformatie en het ontstaan van de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij bespreekt de drie sola’s van de Reformatie: alleen door het geloof, alleen door Gods genade en alleen door de Schrift. Hij bespreekt ook de opkomst van de wederdopers en hun invloed op de totstandkoming van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Niet in overeenstemming

Vervolgens bespreekt Grevers de drie belijdenisgeschriften: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Dordtse Leerregels en de Heidelbergse Catechismus. Hij onderzoekt verschillende artikelen uit deze geschriften en vergelijkt ze met de Bijbel. Hij concludeert dat er meerdere punten zijn waar de belijdenisgeschriften niet in overeenstemming zijn met de Bijbel.

Grevers bespreekt ook de rol van de kerkenraad en de sacramenten in de gereformeerde traditie. Hij stelt dat de kerkenraad niet in overeenstemming is met de Bijbelse structuur van de gemeente en dat de sacramenten geen genademiddelen zijn.

De uitverkiezing

Ten slotte bespreekt Grevers de leer van de uitverkiezing en verwerping. Hij concludeert dat deze leer niet in overeenstemming is met de Bijbel en dat de Bijbel leert dat God alle mensen wil redden.

De Bijbel alleen

Grevers besluit zijn boek met een oproep om terug te keren naar de Bijbel en de belijdenisgeschriften kritisch te onderzoeken. Hij benadrukt dat de Bijbel het enige onfeilbare richtsnoer is voor het christelijk geloof.

Lees: Schrift en belijdenis? (pdf)

De Saambinder brengt een ander evangelie, wat geen evangelie is

Soms word je ongewild kil en genadeloos geconfronteerd met religieus bij- of misschien wel on- geloof. Zo wees mijn vrouw me op het volgende artikel wat te lezen was in ‘De Saambinder’ van j.l. 28-11-2024 op bladzijde 4 en 5. De Saambinder is het weekblad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

“Alsof de Heere alle mensen wil zaligmaken…”

Dikke planken

Ds. zaagt meteen ferme planken van dik hout en zegt:

(…..) de deur lijkt zo wijd open te staan dat het enige wat gedaan moet worden is geloven en komen, alsof de Heere alle mensen wil zalig maken. Jongeren voelen aan dat dit niet klopt, maar weten niet goed hoe een antwoord te geven.

De Schrift zegt:

1 Timotheus 2:

3 Want dat is goed en aangenaam voor God onzen Zaligmaker,
4 Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen.

Over dat ‘aanvoelen dat het niet klopt’:

Spreuken 3:

5 Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
6 Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.

Alles wat wij denken en voelen, inclusief een eventueel ‘onderbuikgevoel’, hóe moeilijk en ingewikkeld dat ook moge lijken, zou ondergeschikt horen te zijn aan wat de Schrift, wat immers Gods geinspireerde Woord is, zegt.

“Maar”, zo is de redenering van ds, “we kunnen niet de Schrift zomaar ter hand nemen en onbevangen tot ons laten komen; we dienen daarbij eigenlijk wél de kanttekeningen als leidraad te nemen.”

De Schrift verstaan

Daar ga je meteen al scheef, met je Sola Scriptura , één van de vijf Sola’s van de Reformatie. Want wat ds. verzuimt ons te vertellen, is dat de kanttekeningen niet door de Bijbelschrijver, maar door het vertaalcommittee van de Statenvertaling zijn toegevoegd, en daarmee niet in de grondtekst van de Schrift zijn opgenomen.

Ds. heeft vrij veel woorden nodig om ons dan te vertellen dat het NIET de Schrift alleen is, die ons de weg tot het Heil leert, maar dat wij de Gereformeerde bril van de Statenvertalers (die van ‘de kanttekenaars’ dus) daarbij op dienen te zetten, omdat wij anders Gods Woord niet recht zouden kunnen verstaan.

De kanttekeningen, de plank misgeslagen

Een paar voorbeelden waar de kanttekeningen de plank misslaan, en dan druk ik het voorzichtig uit:

Johannes 3:16: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.”

De kanttekening benadrukt hier dat “de wereld” niet ieder mens individueel betekent, maar ‘de wereld van de uitverkorenen uit alle volken’. Dus niet de hele mensheid, maar een specifieke groep binnen de mensheid.

1 Timotheüs 2:6 Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd;

De kanttekening hier legt “allen” uit als “allen zonder onderscheid van Joden of Grieken, van aanzienlijken of onaanzienlijken”, maar benadrukt dat het gaat om diegenen die tot geloof komen.

1 Johannes 2:2: “En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.”

Ook hier legt de kanttekening “de gehele wereld” uit als ‘de uitverkorenen uit alle volken’, en niet als ieder mens zonder uitzondering.

De kanttekeningen benadrukken dus consequent dat Christus’ offer -slechts en uitsluitend- bedoeld is voor de ‘uitverkorenen’, degenen die tot geloof komen. Dit is in lijn met de gereformeerde leer van de “beperkte verzoening”, die stelt dat Christus uitsluitend gestorven is voor de uitverkorenen, niet voor degenen die God volgens Calvijn, niet volgens de Schrift, zou hebben voorbestemd voor de hel…..

Waarschuwing

Een waarschuwing -mét een paar kanttekeningen- is hier op zijn plaats:

De kanttekeningen zijn mensenwerk. Hoewel de vertalers ongetwijfeld geleerd waren, waren ze zeker niet onfeilbaar. Hun interpretaties zijn gekleurd door hun eigen tijd en theologische opvattingen.

Niet alle kanttekeningen zijn even zwaarwegend. Sommige gaan over details van de taal of de tekst, terwijl andere, voor hen destijds cruciale theologische punten aansnijden. Het is belangrijk om dat onderscheid te zien.

Vergelijk altijd de kanttekeningen met de Bijbeltekst zelf. Laat de kanttekeningen je helpen de Bijbel beter te begrijpen, maar laat ze nooit de Bijbeltekst overrulen. De Bijbeltekst is immers van Godswege ingegeven, (2 Tim.3:16) de kanttekeningen blijven daarentegen feilbaar mensenwerk.

En je mag, je moet zelfs, wel ‘zomaar komen’. Weten hoe? KLIK HIER

Leestip: Schrift en belijdenis? (pdf)