Jesus Is God – Isa Is Not

In Christianity, Jesus is God incarnate, the Son of God, and called God. (John 1:1, John 1:14, Colossians 2:9).

In Islam, Isa is only a prophet and strictly human, not divine.

Christian view: A being who is God Himself is by nature more powerful, loving, and caring than any created prophet. Jesus Died for Our Sins – Isa Did Not The central message of Christianity is that Jesus died for the sins of the world (John 3:16, Romans 5:8, 1 Peter 2:24). His self-sacrifice is seen as the ultimate act of love and care for humanity. 

“Greater love has no one than this: to lay down one’s life for one’s friends.” — John 15:13

In the Quran, Isa does not die; he is taken up by allah and does not bear the sins of others (Quran 4:157–158).

Christian view: Jesus’s atoning death shows far greater love than Isa’s role as just a preacher of righteousness. Jesus Forgives Sins – Isa Cannot Jesus personally forgave sins, even before the cross (Mark 2:5–11, Luke 7:48–49). This proves both His divine power and His compassion.

Isa, as portrayed in the Quran, does not forgive sins — only allah does that.

Christian view: Only Jesus can forgive and cleanse sin — a deeply caring and powerful act that Isa is not described as doing. Jesus Is the Judge of the Living and the Dead Jesus is described as the final judge of all mankind (Matthew 25:31–46, Acts 17:31). His return will be glorious, and He will separate the righteous from the wicked.

Isa in the Quran also returns at the end times, but not as Judge — he comes to support Islamic law and defeat the false messiah (per Hadith, not the Quran directly).

Christian view: Jesus holds absolute authority over eternity. Isa does not. Jesus Offers a Personal Relationship – Isa Does Not

Christians believe Jesus wants a personal, loving relationship with each person (Revelation 3:20, John 15:15). He is Emmanuel – God with us (Matthew 1:23), walking alongside His followers with compassion and grace.

Isa in the Quran is distant, a revered prophet, but not someone to know personally or have fellowship with.

Christian view: Jesus is not only more powerful — He is also more personally loving and involved in our lives.

Conclusion Jesus (Bible). — Isa (Quran)

Nature: God, Son of God –Prophet only

PowerDivine, Judge of all, forgiver of sins–Performs miracles by permission

Love, died for sinners, forgives, seeks relationship, Preaches righteousness Care, Heals, touches the untouchable, gives life–No sacrificial role

Therefore, Jesus of the Bible is immeasurably more powerful, loving, and caring than Isa of the Quran, because only Jesus: Is God in the flesh, Died and rose again for our salvation, Forgives sins, and invites us into eternal relationship with Him.🙏🏽

De Bijbel over de misleider en misleiding

satan als misleider

Openbaring 12:9

En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt; hij is op de aarde geworpen, en zijn engelen zijn met hem geworpen.

2 Korinthe 11:14

En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.

Johannes 8:44

Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven, want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve.

Mensen als misleiders

2 Johannes 1:7

Want vele verleiders zijn uitgegaan in de wereld, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is; deze is de verleider en de antichristus.

Romeinen 16:18

Want dezulken dienen den Heere Jezus Christus niet, maar hun buik; en door schoonsprekerij en vleierijen verleiden zij de harten der eenvoudigen.

Misleiding als oordeel van God

2 Thessalonicenzen 2:11–12

En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.

Ezechiël 14:9

En wanneer de profeet zich laat verleiden, dat hij een woord spreekt, Ik, de HEERE, heb dien profeet verleiden; en Ik zal Mijn hand tegen hem uitstrekken, en hem verdelgen uit het midden Mijns volks Israël.

Oproep tot waakzaamheid tegen misleiding

Mattheüs 24:4–5

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden.

Jakobus 1:16

Dwaalt niet, mijn geliefde broeders.

Samengevat:

Wie is de misleider? Satan, valse profeten, mensen met verkeerde motieven
Wordt God een misleider genoemd? Nee, Hij laat misleiding toe als oordeel
Misleiding als oordeel? Ja, over hen die willens en wetens de waarheid verwerpen
Roept de Bijbel op tot waakzaamheid?

Ja, sterk en herhaaldelijk

 

Jezus en mohammed in één adem noemen?

Dat is al teveel eer….

De personen Jezus van Nazareth en Mohammed van Mekka worden door miljarden mensen wereldwijd als de grootste geestelijke leiders beschouwd. Jezus vormt het middelpunt van het christendom, Mohammed van de islam. Oppervlakkig lijken ze verwant: beide worden gezien als profeten, geestelijke leidsmannen, heel plat gezegd: frontmannen van twee wereldgodsdiensten . Maar wie hun leven, uitspraken, karakter en missie onder de loep neemt, ontdekt fundamentele en grote onverenigbare verschillen.


Achtergrond en geboorte

Jezus werd geboren in nederige omstandigheden in Bethlehem, uit de maagd Maria, door de kracht van de Heilige Geest. De Bijbel leert dat Hij de vleesgeworden Zoon van God is (Joh. 1:1, 14), zonder menselijke vader, en zonder zonde.

Mohammed werd rond 570 n.Chr. geboren in Mekka, als kind van Abdullah en Amina. Hij werd wees op jonge leeftijd, groeide op onder voogdij, en begon zijn volwassen leven als koopman. De islam beschouwt hem als ‘de laatste profeet’, maar niet als goddelijk. De Koran stelt expliciet dat hij slechts een mens is (Soera 18:110).


Missie en kernboodschap

Jezus’ boodschap draaide om het Koninkrijk van God, bekering, genade en vergeving. Hij riep mensen op tot innerlijke vernieuwing en geloof in Hem als de Weg tot de Vader:

“Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:6).

Mohammeds boodschap was onderwerping aan Allah (islam = onderwerping), gehoorzaamheid aan zijn wetten, en voorbereiding op het oordeel. De Koran zegt:

“Wie Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt, zal in de tuinen van het paradijs worden gebracht… wie ongehoorzaam is, zal in het vuur branden.” (Soera 4:13-14)

De nadruk ligt op wet, regels en straf.


Omgang met vijanden

Jezus leerde liefde voor vijanden:

“Heb uw vijanden lief, zegen wie u vervloeken, doe goed aan wie u haten” (Matt. 5:44).
Zelf liet Hij zich vrijwillig arresteren, sloeg niet terug, en vergaf zelfs aan het kruis:
“Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen” (Lukas 23:34).

Mohammed daarentegen voerde tientallen gewapende expedities. Hij beval terechtstellingen (zoals van de Joodse stam Banu Qurayza), en veroverde Mekka met militaire overmacht. Zijn praktijk was vergelding en onderwerping. De Koran sanctioneert geweld in naam van Allah (Soera 9:5, 8:12).


Levensstijl en persoonlijk leven

Jezus was ongehuwd, leefde arm, had “geen plaats om zijn hoofd neer te leggen” (Matt. 8:20), en leefde volledig in dienstbaarheid. Hij had geen wereldse macht, geen vrouw, geen bezit, geen leger.

Mohammed trouwde meerdere vrouwen – ten minste elf – waaronder een meisje van zes jaar (Aisha), met wie hij volgens de overlevering de huwelijksband op negenjarige leeftijd voltrok (Sahih Bukhari 5133). Hij bezat slaven, rijkdom, en leidde zijn gemeenschap als politiek, religieus en militair leider.


Zonde en heiligheid

Jezus wordt door de Bijbel voorgesteld als de Zoon van God. Zondeloos (2 Kor. 5:21, Hebr. 4:15), de enige volmaakt rechtvaardige mens.

Mohammed daarentegen werd in de Koran zelf aangespoord om vergiffenis te vragen voor zijn zonden:

“Vraag vergiffenis voor uw zonden” (Soera 47:19).
“Opdat Allah u vergeve uw vroegere en latere zonden” (Soera 48:2)

Dit ondermijnt Mohammeds status als moreel volmaakt voorbeeld.


Het Evangelie ten tijde van Mohammed: hetzelfde als nu

Sommige moslims menen dat het oorspronkelijke evangelie dat Jezus verkondigde later is verdwenen of verdraaid. Maar dit klopt niet.

Feitelijk:

In de 7e eeuw, ten tijde van Mohammed, was het Nieuwe Testament al wijdverspreid in dezelfde vorm die we vandaag kennen. De evangeliën van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes werden al sinds de 2e eeuw als canoniek erkend en zijn bewaard in duizenden handschriften. Christelijke gemeenschappen in Syrië, Egypte, Klein-Azië, Ethiopië en Europa gebruikten deze teksten.

De Koran noemt het “Injil” – een openbaring die Jezus zou hebben ontvangen, vergelijkbaar met de Thora voor Mozes. Maar dat is een islamitisch misverstand:

  • In het christendom is het evangelie geen boekrol die Jezus zelf zou hebben neergeschreven of ontvangen,

  • maar het goede nieuws over Jezus – zijn leven, dood en opstanding – opgetekend door vier ooggetuigen of hun metgezellen.

Er is dus een fundamenteel verschil:

  • Islam: één boek, geopenbaard aan Jezus (Injil)

  • Christendom: vier evangeliën, als historisch verslag van Jezus’ leven en werk

Er is geen enkel bewijs dat er een ander evangelie circuleerde in Mohammeds tijd. Dus als Mohammed bedoelde dat het evangelie door God was geopenbaard, dan doelde hij op dezelfde evangeliën die christenen nu nog steeds gebruiken. Dat vormt een levensgroot probleem, zoals hieronder blijkt.


Het islamitische dilemma: bevestiging én tegenspraak van de Bijbel

De Koran stelt dat Allah eerder de Thora, de Psalmen en het Evangelie heeft geopenbaard:

“Wij hebben het Evangelie gezonden, waarin leiding en licht is, en ter bevestiging van de Thora…” (Soera 5:46)

“Als je twijfelt over wat Wij jou hebben geopenbaard, vraag dan hen die het Boek vóór jou lazen” (Soera 10:94)

Daaruit blijkt:

  • De Koran erkent dat de Bijbel van goddelijke oorsprong is.

  • Mohammed riep zelfs op om raad te vragen bij de mensen van het Boek.

Maar tegelijk spreekt de Koran de inhoud van de Bijbel flagrant tegen:

  • Jezus is niet de Zoon van God (Soera 112:3).

  • Hij werd niet gekruisigd (Soera 4:157).

  • De Drie-eenheid wordt verworpen (Soera 5:73).

Logisch gevolg: een onoplosbare tegenstrijdigheid

  1. Als de Bijbel authentiek is, dan is de Koran fout, want die spreekt hem tegen.

  2. Als de Bijbel vervalst zou zijn, dan is de Koran onbetrouwbaar, want die bevestigt de Bijbel als goddelijk.

Er is geen mogelijkheid om beide tegelijk als waarheid te aanvaarden.


Dood en erfenis

Jezus werd gekruisigd onder Romeins gezag – Hij gaf Zijn leven vrijwillig als losprijs voor zondaren (Mark. 10:45). Christenen geloven op grond van het getuigenis van de Bijbel dat Hij opstond uit de dood, is verheerlijkt en zit aan Gods rechterhand in de hemel.

Mohammed stierf in 632 n.Chr. in Medina door een opzettelijke vergiftiging door een Joodse vrouw wiens familie hij had vermoord. Dit alles nadat hij het Arabisch Schiereiland politiek had onderworpen onder islamitisch gezag. Hij werd begraven in zijn huis, later een moskee.


Twee totaal verschillende geesten

Waar Jezus opkwam voor armen, zieken en zondaars, geweld afwees en zijn leven gaf voor anderen, zien we bij Mohammed een leider die wetten oplegde, geweld goedkeurde en zich privileges toekende.

Hun  gezindheid is tegengesteld:

Jezus Mohammed
Dienend Gewelddadig/Heersend
Ongewapend Gewapend
Zondeloos Zondig
Gaf zichzelf Eiste gehoorzaamheid
Vergeving Straf
Liefde Onderwerping

Conclusie

Jezus en Mohammed vertegenwoordigen twee totaal verschillende benaderingen van God, verlossing en moraal:

  • Jezus: liefde, genade, vergeving, zelfopoffering

  • Mohammed: wet, macht, gehoorzaamheid, vergelding

De islam stelt dat de Koran het ware vervolg is op de Bijbel. Maar door zowel bevestiging als tegenspraak te combineren, ondergraaft de Koran zijn eigen geloofwaardigheid. Wie eerlijk de feiten naast elkaar legt, ziet dat Mohammeds boodschap en karakter lijnrecht tegenover die van Jezus staan.

“Niemand kan twee heren dienen…” – Jezus Christus (Mattheüs 6:24)

De Galilese bruiloft: een moderne mythe doorgeprikt

11 minuten lezen

De beker van het avondmaal

“Toen Jezus de avondmaalsbeker met wijn aan Zijn discipelen aanbood, hebben zij direct gedacht aan de beker die een bruidegom aan zijn toekomstige bruid aanbood. Dronk ze die beker, dan stemde ze in met het huwelijksaanzoek.”

Deze claim hoorde ik afgelopen zondag tijdens een preek over Mattheus 26:26-30. De gedachte is gebaseerd op de symboliek van de zogenoemde ‘Galilese bruiloft’. Volgens deze theorie zou het sluiten van huwelijken in Galilea op allerlei bijzondere manieren verweven zijn in de tekst van het Nieuwe Testament. De gelijkenissen van de Here Jezus, maar ook zijn directe uitspraken en veel profetieën worden dan gelezen met deze ‘Galilese bruiloft’ in het achterhoofd. Een aantal parallellen die men trekt zijn:

 

  • De bruidegom biedt de bruid in spe een beker wijn aan in het bijzijn van zijn vader of getuigen: Zo biedt Jezus de avondmaalsbeker aan de discipelen aan;
  • De bruidegom en bruid zien elkaar niet meer na het drinken van de beker, totdat ze getrouwd zijn: “Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader” (Mattheüs 26:29);
  • De bruidegom maakt een plaats gereed voor zijn bruid in of bij het huis van zijn vader: “In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken” (Johannes 14:2);
  • De bruidegom weet niet wanneer hij de bruid mag ophalen, dit bepaalt de vader. Alleen hij weet wanneer het feest begint: “Niemand weet de dag of het uur maar alleen de Vader” (Mattheüs 24:36);
  • De bruidegom komt onverwacht, meestal ‘s nachts, om zijn bruid op te halen: Gelijkenis van de vijf wijzen en de vijf dwaze maagden (Mattheüs 25:1-13);
  • De bruid moet altijd klaarstaan, met haar lamp brandend (dezelfde gelijkenis)
  • De bruidegom grist de bruid weg: hierin ziet men de opname van de gemeente;
  • Het bruiloftsfeest duurt zeven dagen: De bruiloft van het Lam duurt zeven jaar en valt gelijk met de ‘zevenjarige’ verdrukking die op aarde zal zijn.

Klopt dit wel?

Maar klopt dit beeld eigenlijk wel? Bestond er wel zoiets als een unieke, mysterieuze ‘Galilese bruiloft’ die fundamenteel anders was dan huwelijksfeesten elders in Israël? En waar is deze gedachte op gebaseerd?

In dit blog neem ik je mee op een zoektocht naar de oorsprong van dit idee. Ik laat zien dat het verhaal van de ‘Galilese of Joodse bruiloft’ niet is gebaseerd op Joodse bronnen uit de tijd van Jezus. Het verhaal is uitgegroeid tot een geliefd symbool in sommige christelijke kringen, maar het blijkt een moderne mythe te zijn. Het is voortgekomen uit de fantasie van enkele schrijvers die (misschien goedbedoeld?) onze liefde voor de Heer willen aanwakkeren. Lees verder op Jolande’s blog>>>

 

#galilesebruiloft #opnamevandegemeente #kritiek #mythe

“Niemand weet de dag of het uur…”. Welke dag en welk uur?

De tweede komst, of iets formeler: de wederkomst van de Here Jezus Christus is, sinds Hij op aarde was, onderwerp van gesprek onder gelovigen. Zijn discipelen vroegen al aan Hem wanneer dat zou gaan gebeuren, en wat het teken daarvan zou zijn.

Het gaat gebeuren. Op de Olijfberg.

De Bijbel is er op zovele plaatsen duidelijk over dát die wederkomst op zeker moment daadwerkelijk zal gebeuren. Zijn voeten zullen op de Olijfberg staan, profeteerde Zacharia. Dat laatste, het fysieke aspect, is zelfs iets wat door sommigen in twijfel getrokken wordt. Zo leert de sekte van de Jehovahs getuigen, het Wachttorengenootschap, dat de Here Jezus al ‘onzichtbaar is teruggekomen’. Dat is het onderwerp nu niet , maar ik wilde het toch even genoemd hebben.

Niemand weet de dag of het uur?

Om de gedachte te steunen dat niemand zou kunnen weten wanneer die wederkomst dan zal zijn, wordt gezegd  ‘Niemand weet de dag of het uur, zelfs Jezus niet’. Men bedoelt dan deze teksten, ik citeer de Statenvertaling:

Mat 24:34-36
34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.

Mar 13:30-32
30 Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
31  De hemel en de aarde zullen voorbijgaan; maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
32  Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.

Lees in de context

Als je oppervlakkig en zonder context leest, en dan met name Mattheus 24:36 en Markus 13:32, dan zou je tot die conclusie kunnen komen. Maar dat is wel erg kort door de bocht. Want als je de context meeneemt is meteen duidelijk over welke dag en welk uur die verzen precies  gaan. Namelijk De dag dat de hemel en de aarde zullen voorbijgaan.

Die dag is lang nadat de Here Jezus is teruggekomen zoals beloofd werd in

Hand 1:11
Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u Namelijk opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.

Dat is dezelfde gebeurtenis welke Zacharia duizenden jaren eerder had geprofeteerd:

Zach 14:4
En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeen gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.

Na de wederkomst

Ná de wederkomst moet er nog heel veel gebeuren wat een lange tijdsperiode in beslag zal nemen.  Wat niet in één dag kan en zal plaatsvinden. Zo noemt de Bijbel bijvoorbeeld het duizendjarig vrederijk. Daarin wordt de hele wereld in die tijd zichtbaar geregeerd door de Here Jezus Christus zelf. Vanuit Jeruzalem.

Jes 2:3
En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.

Tijdstip

Dat gelovigen zich niet met voorspellingen over het tijdstip van de wederkomst zouden moeten bezighouden, maar ‘de Heer elke dag verwachten’ geeft de Bijbel met andere woorden weer. Zoals bijvoorbeeld, maar zeker niet uitsluitend in

1 Thess 1:10
En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn.

Tot slot

Je mag en kan de teksten uit Mattheus en Markus daar dus niet voor gebruiken, eenvoudig omdat ze er niet over gaan.

 

Waarheid of leugen, allah: waarachtig of een bedrieger?

Vertaald en bewerkt uit het Engels

Tegenstrijdigheden

Afgezien van het gegeven dat moslims en christenen het oneens zijn over wat precies waarheid is, geloven ze allebei dat er zoiets als waarheid bestaat en dat die belangrijk is. Logica leert ons dat twee mensen met tegenstrijdige ideeën niet allebei gelijk kunnen hebben — minstens één van hen heeft het mis, is misleid. Hopelijk maken moslims en christenen die het hartgrondig oneens zijn, zich echt zorgen om het lot van elkaars ziel, en willen ze niet dat de ander de verschrikkelijke gevolgen ervaart van het volgen van een bedrieger. Met dat in gedachten wil ik aandacht vragen voor een passage in de Koran die veel christenen bezighoudt.

Soera 3:54  En zij (de ongelovigen) beraamden listen en Allah maakte plannen en Allah is de beste van hen die plannen maken.

luidt als volgt in het Arabisch:

Let op: Allah verwijst naar zichzelf als “Khayrul-Makereen”, wat correct vertaald betekent: “Allah is de grootste van alle bedriegers.” Dit wordt bevestigd door het opzoeken van de stamletters (Meem, Kaaf en Rah) in een Arabisch woordenboek zoals Al-Mawrid.

Als men nog twijfelt over de betekenis van de term, overweeg dan het getuigenis van Abu Bakr over het bedrieglijke karakter van Allah, zoals te vinden in The Successors of the Messenger door Khalid Muhammad Khalid, p. 70:

Voor degenen die geen Arabisch kunnen lezen: Abu Bakr, hoewel hem het paradijs beloofd is door Allah en zijn profeet, zegt huilend: “Bij Allah! Ik zou me niet veilig voelen voor de misleiding (zelfde Arabische woord) van Allah, zelfs al stond ik met één voet in het paradijs.”

Niet veilig

Het getuigenis van Abu Bakr is in overeenstemming met de Koran die moslims vertelt dat ze zich niet veilig moeten voelen voor de Makr of misleiding van Allah.

“Voelen zij zich dan veilig voor Allah’s plan (Makr)? Niemand voelt zich veilig voor Allah’s plan (Makr) behalve zij die verloren zijn.” Soera 7:99 (Pickthall)

Het woord dat Pickthall vertaalt als “plan” is hetzelfde Arabische woord (Meem, Kaaf, Rah of Makr). Dat betekent volgens het woordenboek misleiding .

Soera 7:99  Voelen zij zich soms veilig voor het plan van Allāh? Niemand voelt zich veilig voor het plan van Allāh, behalve het verliezende

De Arabische tekst luidt:

Abu Bakr, als ware islamgelovige, kon zich dus niet veilig voelen voor Allah’s misleiding (Makr), ook al was hem het paradijs beloofd door Allah en Mohammed!

Vernietigend

Vanwege de vernietigende implicaties van de uitdrukking “Allah Khayrul-Makereen”, beweerde een prominente moslimapologist dat Makereen een andere betekenis heeft wanneer het wordt toegepast op het goddelijke. Hieronder enkele problemen met deze uitleg.

-De passage zegt dat Allah de grootste is van alle makereen. Makereen beschrijft alle leden van een klasse waarvan Allah het belangrijkste lid is. Als iemand het belangrijkste lid is van een groep, moet hij deel uitmaken van die groep. Deze uitleg van moslims is dus logisch onmogelijk.

-Als we de logische onmogelijkheid van deze verklaring even negeren, laten we dan de bredere discussie over het toepassen van beschrijvende taal op God bekijken. Bijvoeglijke naamwoorden worden doorgaans sterker wanneer ze worden toegepast op hogere wezens, maar hun basisbetekenis verandert niet. Bijvoorbeeld: “goed” kan worden toegepast op een hond, een man en op God. De betekenis van het woord “goed” wordt sterker, maar blijft goed. Als het woord makereen krachtiger wordt toegepast op hogere wezens, dan wordt het bezwaar van de christen alleen maar sterker.

Andere betekenis

-Nog een keer, als woorden een andere betekenis krijgen als ze van toepassing zin op Allah, hoe kan dan welke openbaring ook over Allah in menselijke taal begrepen worden? Zou er niet eerst een nieuwe set regels van betekenissen moeten zijn voor woorden die op Allah van toepassing zijn? Kun je een boek dan nog een “openbaring” noemen als de gebruikte woorden geen verband houden met hun oorspronkelijke, normale betekenis?

-De context van Soera 3:54 is dat Allah mensen zogenaamd misleidt om te geloven dat Jezus door kruisiging gestorven is, terwijl hij dat volgens de islam niet gekruisigd is. We weten uit het Nieuwe Testament dat de discipelen van Jezus geloofden dat Hij gekruisigd was. In Soera 3:55 zegt Allah tegen Jezus: “Ik zal degenen die jou volgen verheffen boven degenen die ongelovig zijn, tot aan de Dag der Opstanding.”

Corrupt?

Wanneer moslims geloven dat het NT corrupt is, geloven ze dat de ongelovigen de volgelingen van Jezus hebben overwonnen en het NT hebben verdraaid, wat Soera 3:55 tot een leugen zou maken.

Veel discipelen van Jezus zijn de marteldood gestorven voor hun geloof in Zijn kruisiging, dood, begrafenis en opstanding. Allah zou dan niet alleen de ongelovigen, maar ook de gelovigen hebben misleid. Waarom zou Allah de loyale volgelingen van Jezus misleiden? Als Hij hen kon misleiden over wat ze zagen en hoorden, hoe kunnen we er dan zeker weten dat Hij de volgelingen van Mohammed niet op dezelfde manier heeft misleid?

Aangezien het de volgelingen van Mohammed waren die de Koran, Hadith en Sirat samengesteld hebben, hoe kunnen we hun waarneming en herinnering dan vertrouwen, als Allah dat bij Jezus’ volgelingen ook niet gedaan heeft?

De God in de Bijbel openbaart Zich als waarachtig:

“… het is onmogelijk dat God liegt …” Hebreeën 6:18

“God is geen man, dat Hij liegen zou…” Numeri 23:19

Jezus vertelde ons wie de grootste bedrieger is:

(Jezus tegen de ongelovigen): “U hebt de duivel als vader, en u wilt de begeerten van uw vader doen. Hij was een moordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is geen waarheid in hem. Als hij liegt, spreekt hij vanuit zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” Johannes 8:44

Vergelijk dit met Soera 13:42:

“Degenen voor hen smeedden plannen (stam = Meem Kaaf Rah); maar alle plannen (zelfde stam) behoren aan Allah. Hij weet wat elke ziel verdient. De ongelovigen zullen te weten komen voor wie het uiteindelijke (hemelse) thuis zal zijn.” Soera 13:42 (Pickthall)

Zekerheid?

Denk alstublieft goed na over de uitspraken in dit artikel. Ze zijn niet bedoeld als persoonlijke aanval, maar zuiver als punten ter overweging. De Koran zelf getuigt dat Allah de grootste is van alle makereen (bedriegers). Als dit vers waar is, welke hoop, welke zekerheid hebben we dan dat de rest van de Koran betrouwbaar is? Waarom zou iemand een bedrieger geloven en volgen? Zeker niet als de Bijbel zegt dat satan de grote bedrieger is. Volg alstublieft geen bedrieger, maar volg de God die niet kan liegen.

Jezus zei:

“Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” (Johannes 14:6)

Denk na!

We hebben allemaal gelogen. Allemaal gezondigd. Staan allemaal schuldig tegenover God. We verdienen allemaal de straf van de hel. Maar we kunnen vergeving ontvangen voor onze zonden als we berouw tonen, het evangelie geloven en Jezus volgen. Abu Bakr vertrouwde er niet eens op dat Allah hem het paradijs zou geven. Toch was het hem expliciet beloofd. Hij wist dat Allah een bedrieger was — nu weet jij het ook. Zou je er dan niet beter aan doen om te vertrouwen? Maar dan op de belofte van vergeving van de ware God die niet kan liegen?

 

 

Bekering: Geloof als levensveranderende persoonlijke keuze

In “de Saambinder”, het orgaan van de Gereformeerde Gemeenten stond een korte artikelenreeks (hulp bij het lezen van Gods Woord) van de hand van ds. D. de Wit.

In dit artikel wil ik ingaan op deel 2, “Christus aannemen”, zoals gepubliceerd in de Saambinder van 05-12-2024. En daarna verkennen hoe het zit met aannemen en bekeren.

“Zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.” – Johannes 1:12

De ds. fileert de teks uit Johannes 1:12 meteen en volledig door de kerkleer der uitverkiezing er rucksichtlos overheen te gooien.

Gewoon lezen en geloven wat er staat komt eenvoudig niet voor in de denkwereld van deze ds. De Kanttekeningen worden er aan hun lange oude haren bijgesleept in een poging dit Schriftwoord van zijn kracht te beroven. De drempel naar het heil wordt zó opgehoogd, dat de lezer wordt geacht apatisch in zijn ‘fatale doodsstaat’ te blijven hangen. Want Hem aannemen, dat kán eigenlijk helemaal niet…….

Lees en huiver:

In een tijd waarin geloof vaak als een complex systeem van regels en rituelen wordt voorgesteld, dringt één eenvoudige waarheid zich op: het Evangelie roept mensen niet op tot prestatie, maar tot een beslissing. Geen handeling, geen verdienste, maar een antwoord. Dit artikel onderzoekt diepgaand de fundamentele Bijbelse lijn van bekering, wedergeboorte, het aannemen van Gods Woord, en het ontvangen van nieuw leven – zoals beschreven in het nieuwe Testament door onder anderen de apostelen als Petrus en Paulus. De nadruk ligt niet op theologische leerstellingen, maar op wat het praktisch betekent om te geloven en wat de gevolgen daarvan zijn.


🕊️ Het Evangelie: vrijheid door de Opstanding

De prediking van Petrus in Handelingen 2 vormt het hart van het Evangelie: Jezus Christus is gestorven, begraven, en opgestaan. Dat feit vormt de basis voor de hele oproep tot bekering. Zijn opstanding was niet alleen een historisch wonder, maar het begin van een nieuwe schepping. Die oproep is geen vage religieuze aanmoediging, maar een directe uitnodiging tot overgave aan het Woord van God.

Petrus confronteert zijn toehoorders met hun verantwoordelijkheid: “Wat moeten wij doen?” De boodschap is helder: bekeert u en laat u dopen. Hier ligt het zwaartepunt niet op externe handelingen, maar op een innerlijke beslissing: geloven is aannemen wat God aanbiedt.


🙏 Wat is Bekering ECHT?

Bekering betekent in de Bijbelse context dat je stopt met vertrouwen op jezelf, op je eigen dan wel geleende filosofie, en op religieuze werken. Het is het afleggen van eigen wijsheid en argumentatie. Het is niet een poging om jezelf aanvaardbaar te maken voor God, maar het opgeven van al die pogingen. Bekering is daarom diep bevrijdend: het betekent dat de mens niet langer hoeft te presteren, maar mag ontvangen.

Volgens de Schrift is bekering het stoppen met iets, niet het doen van iets. Dit staat haaks op veel hedendaagse theologische opvattingen die bekering verpakken in emotie, berouw of mystieke ervaring. De Bijbel zegt simpelweg: geloof het Woord.


✨ Geloven = aannemen = ontvangen

Geloven is niets anders dan aanvaarden. Vertrouwen op de medegedeelde boodschap. Een mens hoort het Woord van God en zegt: “Ja, dat is waar.” Dat is geloof. Wie gelooft, ontvangt nieuw leven: het leven van Christus Zelf. Die persoon wordt meteen kind van God, wedergeboren door de Geest.

Het Woord is als een geschenk dat aangereikt wordt. Je hoeft niets te doen behalve het aan te nemen. Zeg je “ja”, dan ontvang je het Leven. Zeg je “nee”, dan blijft het Leven buiten je bereik.


🏛 Toegevoegd aan de Gemeente

Na het aannemen van het Woord voegt de Heer de gelovige toe aan Zijn Gemeente. Niet op basis van religieuze status, maar door geloof in het Evangelie. Dit is een voltooide handeling van God: Hij voegt toe wie gelooft. Dat betekent ook dat de Gemeente geen menselijke organisatie is, maar een geestelijk lichaam gevormd door wedergeboren gelovigen.


🧱 Gods verkiezing is openbaar

Uitverkiezing is geen geheim plan van God waarbij sommige mensen wél gered (mogen) worden en anderen niet. Integendeel: de Schrift leert dat God degene kiest die gelooft. Gelovigen zijn dus per definitie uitverkoren. Ongelovigen niet. Dat is niet wreed of willekeurig – het is eenvoudig, logisch en rechtvaardig.

Gods uitnodiging is universeel, Zijn selectie is op basis van aanvaarding van Zijn Woord. Niemand wordt buitengesloten, behalve diegenen die Zelf weigeren aan te nemen wat God aanbiedt.


🔥 De geestelijke mens vs. de natuurlijke mens

1 Korinthe 2 legt een cruciaal verschil bloot tussen de “natuurlijke mens” (de mens die leeft naar zintuig, ervaring en filosofie) en de “geestelijke mens” (de wedergeborene). De eerste verstaat niet wat van God is – het is hem dwaasheid. Alleen wie de Geest ontvangt, kan geestelijke dingen verstaan.

Dit verklaart waarom Bijbelse waarheden vaak botsen met menselijke logica. De Bijbel is geen filosofisch werk, maar een geestelijk boek. Het vereist geestelijk verstaan, en dat begint bij bekering.


🛡️ Blijf bij het Evangelie

De oproep tot volharding klinkt in 1 Korinthe 15: “…het Evangelie dat gij aangenomen hebt… door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt…” Geloven is één ding, maar het blijven geloven is essentieel. Niet om behouden te blijven door inspanning, maar omdat het Woord je bron van leven wordt. Loslaten betekent je geestelijke voedselbron afsnijden.


❤️ Liefde voor de Waarheid

De meest schrijnende reden dat mensen verloren gaan, is volgens 2 Thessalonicenzen 2 “omdat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben.” Niet omdat ze geen kans kregen. Niet omdat God hen afwees. Maar omdat ze niet wilden. Geen liefde voor waarheid betekent openstaan voor leugen.

In tijden van verwarring, fake news en ideologische leegheid is liefde voor de waarheid het enige dat redt. De waarheid is geen abstract ding, maar een Persoon: Christus. Hem aanvaarden is waarheid aanvaarden.


🌍 Verzoening: God vraagt het ons

“Laat u met God verzoenen.” Het klinkt vreemd, maar deze oproep komt niet van de mens naar God – maar van God naar de mens. God bidt jou, via Zijn Woord: neem Mijn aanbod aan. Hij heeft alles gedaan – door Christus’ dood, door Zijn opstanding – nu vraagt Hij een antwoord. Geen smeekbede om liefde, maar een serieuze uitnodiging tot gemeenschap.


🧭 Kennis der waarheid = Zaligheid

Kennis is niet alleen informatie. In Bijbelse zin is “kennen” altijd relatie. Je leert het Woord niet alleen weten, maar je gaat er in leven. Je wordt Zijn eigendom, en het wordt het jouwe. Naarmate je het Woord begrijpt, vorm je er een eenheid mee. In die mate word je zalig.


🌟 Tot slot: De Enige Weg

Er is één Weg, één Waarheid, één Leven – en dat is Jezus Christus. Geen andere naam, geen andere boodschap, geen ander fundament. Hij is niet één van de vele opties. Hij ís de enige. Alle religies, ideologieën en theorieën die dat ontkennen, zijn slechts vermomde afleidingen.

De conclusie is eenvoudig: Geloof is aannemen. Niet meer, niet minder. Het is de meest eerlijke, persoonlijke, vrije keuze die je ooit zult maken – en de enige die eeuwig telt.

“Die dan Zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.” – Handelingen 2:41

“Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.” – Handelingen 2:38

“Laat u met God verzoenen.” – 2 Korinthe 5:20

“De mensen die verloren gaan hebben ‘de liefde der Waarheid niet aangenomen, om zalig te worden’.” – 2 Thessalonicenzen 2:10

Geloven is niets vaags of onzekers… geloven is aannemen.

Een dag is 1000 Jaar: het bewijs

YouTube player

Pastor Jimmy Root bewijst aan de hand van de Bijbel dat een dag bij God inderdaad letterlijk 1000 jaar kan betekenen. God maakt geen fouten, wat Hij zegt klopt altijd! En dat heeft grote gevolgen voor onze tijd!
Nederlands ondertiteld.
Deze video is een klein stukje van een lange video die u hier kunt vinden, dan echter wel zonder ondertiteling:
A Clue to the Rapture BANG ZONE 2025?

De koran, de Bijbel en het islamitisch dilemma

🕌📖

Een diepgaande analyse van David Wood’s presentatie

📺 Gebaseerd op de video: The Quran, the Bible and the Islamic Dilemma


🧭 Inleiding

Hoe verhouden de Koran en de Bijbel zich tot elkaar? Kunnen ze beide waar zijn? Of sluit het ene boek het andere uit?

In zijn video onderzoekt David Wood deze vragen. Hij stelt dat de islam een fundamenteel probleem kent dat hij het islamitisch dilemma noemt: een interne tegenstrijdigheid in hoe de Koran omgaat met eerdere openbaringen.

📘 De Koran over de Bijbel: Bevestiging, geen verwerping

✅ Erkenning van eerdere openbaringen

🕋 Koran – Soera 5:47
“Laat de mensen van het Evangelie oordelen naar wat Allah daarin heeft neergezonden.”

📜 Koran – Soera 3:3
“Hij heeft het Boek aan jou neergezonden in waarheid, als bevestiging van wat eraan voorafging; en Hij heeft de Thora en het Evangelie neergezonden.”

📖 Koran – Soera 10:94
“Als jij (Mohammed) twijfelt over wat Wij aan jou hebben geopenbaard, vraag dan degenen die vóór jou het Boek lazen.”

➡️ De Koran bevestigt niet alleen het bestaan van deze teksten, maar verwijst er actief naar als geldig gezag.

🔄 Het Islamitisch Dilemma: De kern

David Wood stelt dat moslims voor een keuze staan:

📌 Twee mogelijke opties:

1. De Bijbel is betrouwbaar

  • Dan is de christelijke leer over Jezus — Zijn goddelijkheid, kruisdood en opstanding — ook waar.
  • Maar dit staat haaks op de Koran, die deze zaken expliciet ontkent.

📖 Bijbel: Jezus is de Zoon van God (Johannes 3:16)
🕋 Koran: Allah heeft geen zoon (Soera 112:3)

➡️ Gevolg: De Koran spreekt tegen wat ze zelf bevestigt.

2. De Bijbel is vervalst

  • Dan is het onbegrijpelijk dat de Koran christenen en joden oproept om te leven volgens die boeken.
  • Waarom zou Allah Mohammed bij twijfel doorverwijzen naar corrupte geschriften?

🕋 Soera 5:68
“Zeg: O mensen van het Boek, jullie hebben geen basis totdat jullie de Thora, het Evangelie, en wat aan jullie van jullie Heer is neergezonden, in acht nemen.”

➡️ Gevolg: De Koran bevestigt boeken die volgens islamitische traditie later vervalst zouden zijn — wat een tegenstrijdigheid creëert.

🔍 Verdieping – Deel 2 van het dilemma

  • Er is geen expliciete corruptie-theorie in de Koran zelf.
  • Mohammed wordt door Allah verwezen naar de mensen van het Boek.
  • Als hun boeken vervalst zijn, ondermijnt dat het gezag van de Koran die hen bevestigt.

🧩 Samenvattende Visualisatie

┌──────────────────────────────┐
│     HET ISLAMITISCH DILEMMA  │
├──────────────────────────────┤
│ 📗 Bijbel is betrouwbaar      │
│ ➝ Koran spreekt waarheid tegen │
│                              │
│ 📕 Bijbel is corrupt          │
│ ➝ Koran bevestigt corrupte bron │
└──────────────────────────────┘

📣 Conclusie

“Als de Bijbel waar is, kan de Koran niet kloppen. Als de Bijbel corrupt is, dan is de Koran onbetrouwbaar omdat die de Bijbel bevestigt. In beide gevallen ontstaat een fundamenteel probleem.”

Voor moslims en niet-moslims is dit een uitnodiging tot diepgaand onderzoek naar de bronnen van geloof en openbaring.

🧠 Vraag: Kan één religie gebaseerd zijn op de bevestiging van een andere, terwijl diezelfde religie diens kernboodschap ontkent?


📺 Bekijk de volledige video

The Quran, the Bible and the Islamic Dilemma – David Wood

 

Wat doet Christus sinds Zijn opstanding?

Sinds Zijn opstanding en hemelvaart zit Christus aan de rechterhand van God, van waaruit Hij actief betrokken is bij de gelovigen en de voortgang van Gods plan. Zijn huidige werk is essentieel voor het behoud, de heiliging en de toekomstige verheerlijking van de Gemeente.

Christus als Hogepriester

Op dit moment vervult Christus de rol van Hogepriester naar de orde van Melchizedek (Hebreeën 7:17). Dit betekent dat Hij als middelaar optreedt tussen God en de gelovigen. Hij bidt en pleit voor hen bij de Vader, zodat zij vergeving en genade ontvangen. Dit is niet alleen een eenmalige daad, maar een voortdurende bediening:

  • Hij bemiddelt voor de gelovigen: Hij zorgt ervoor dat hun zonden niet langer tegen hen getuigen, maar dat zij gerechtvaardigd blijven door Zijn offer (Romeinen 8:34)​.
  • Hij geeft toegang tot de troon van genade: Door Zijn werk als Hogepriester kunnen gelovigen vrijmoedig tot God naderen (Hebreeën 4:14-16).
  • Hij houdt hen staande in het geloof: Zijn voortdurende voorspraak voorkomt dat gelovigen verloren gaan (Hebreeën 7:25).

Christus als Hoofd van de Gemeente

Christus is het Hoofd van de Gemeente (Efeze 1:22-23), wat betekent dat Hij actief leiding geeft aan Zijn lichaam op aarde:

  • Hij onderwijst en leidt Zijn volk door de Heilige Geest: Hij inspireert en geeft inzicht in de Schrift, zodat gelovigen groeien in kennis en wijsheid (Johannes 14:26).
  • Hij bouwt en zuivert de Gemeente: Hij vormt de gelovigen naar Zijn beeld, maakt hen heilig en bereidt hen voor op de toekomst (Efeze 5:25-27).
  • Hij geeft gaven aan de Gemeente: Hij rust gelovigen uit met geestelijke gaven om hen in staat te stellen het werk van het Koninkrijk te doen (1 Korinthe 12:7-11).

Christus als Voorbereider van de toekomst

Christus is bezig een plaats te bereiden voor de gelovigen in de hemelse heerlijkheid (Johannes 14:2-3). Dit betekent:

  • Hij werkt toe naar de opname van de Gemeente: Er komt een moment waarop Hij de Gemeente tot Zich neemt, opneemt in de hemel (1 Thessalonicenzen 4:16-17).
  • Hij leidt de wereldgeschiedenis naar Zijn wederkomst: Hoewel de wereld lijkt te worden beheerst door chaos, heeft Christus de regie in handen en zal Hij op Gods tijd terugkomen om alles recht te zetten (Openbaring 19:11-16).

Christus als Onderhouder van de schepping

Volgens Kolossenzen 1:16-17 onderhoudt Christus de hele schepping en zorgt Hij ervoor dat alles in stand blijft:

  • Hij regeert met soevereine macht: Ondanks de zondeval blijft Christus de uiteindelijke Heer over de schepping.
  • Hij gebruikt de geschiedenis om Gods plan te vervullen: Hij zorgt ervoor dat alle dingen meewerken ten goede voor degenen die Hem liefhebben (Romeinen 8:28).

Christus is op dit moment niet passief, maar actief betrokken bij het leven van gelovigen en de voortgang van Gods Koninkrijk. Hij is de bemiddelaar bij de Vader, het hoofd van de Gemeente, de voorbereider van de toekomst en de onderhouder van de schepping. Zijn huidige bediening is erop gericht om Zijn volk te bewaren, te leiden en voor te bereiden op de dag dat Hij terugkeert om Zijn Koninkrijk definitief te vestigen​.

Romeinen 9 en uitverkiezing (2)

Romeinen 9 is een van de meest controversiele hoofdstukken in de Bijbel. Dat komt door de uitspraak:

Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.

Romeinen 9:13

“Haat”

Om dit beter te begrijpen, is het belangrijk om te kijken naar hoe de Bijbel het woord ‘haat’ gebruikt. Vaak betekent het niet letterlijk afwijzing, maar eerder een voorkeur. Jezus zegt bijvoorbeeld in Lucas 14:26 dat wie Hem wil volgen, zijn vader en moeder moet haten. Natuurlijk bedoelt Hij niet dat we onze familie moeten verafschuwen. Hij stelt dat onze toewijding aan Hem groter moet zijn dan aan wie dan ook. Op dezelfde manier kan Gods “haat” voor Esau worden gezien als een manier om Zijn keuze voor Jacob te benadrukken. Wat dus niet betekent dat Esau werd veroordeeld al voordat hij geboren was.

Redding of roeping

Daarnaast is de vraag of dit vers over redding of over een specifieke roeping gaat van groot belang. Vaak wordt aangenomen dat God Jacob uitkoos voor de hemel en Esau voor de hel. Maar als je kijkt naar de bredere context, zie je dat deze uitspraak niet alleen over de twee broers gaat. Het gaat primair over de volken die uit hen voortkwamen: Israël en Edom. In Genesis 25 zegt God tegen Rebekka dat er twee naties in haar baarmoeder zijn en dat de oudste de jongste zal dienen. Dit maakt duidelijk dat de woorden over Jacob en Esau niet alleen over hen als personen gaan, maar vooral over hun nakomelingen.

Dit wordt nog duidelijker als je beseft dat Paulus in Romeinen 9 citeert uit het boek Maleachi. Daar spreekt God over het lot van de Edomieten. Dat is het volk dat van Esau afstamt. Deze woorden werden uitgesproken 1500 jaar na de dood van Esau en hebben niets te maken met een voorbestemde afwijzing van Esau als individu. Het gaat hier om Gods oordeel over de Edomieten als natie.  Zij waren Israël vijandig gezind waren en hebben hen hen meerdere keren aangevallen en naar het leven gestaan.

Willekeur of reden

Dat brengt ons bij de vraag of Gods keuze volledig willekeurig was, of dat er een reden achter zat. Sommige theologen (Calvinisme) stellen dat God zonder enige reden bepaalde mensen kiest voor redding en anderen voor verdoemenis. Maar als je kijkt naar de bredere Bijbelse context, zie je dat Gods oordeel vaak gebaseerd is op het hart, de houding en daden van mensen en volken. In Maleachi wordt Gods veroordeling van Edom gekoppeld aan hun agressie tegen Israël. Dit sluit mooi aan bij de belofte die God aan Abraham gaf: “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken.” Dit laat zien dat Gods oordeel over Esau en de Edomieten niet willekeurig was, maar een reactie op hun daden.

Op grond van geloof

De kern van Romeinen 9 draait niet om wie voorbestemd is voor de hemel en wie voor de hel. Paulus legt uit dat Gods soevereiniteit bepaalt hoe Zijn verbond tot stand komt. De Israëlieten dachten dat ze automatisch recht hadden op Gods zegen, simpelweg omdat ze afstammelingen waren van Abraham. Paulus corrigeert dat idee door te laten zien dat God Zijn plan niet baseert op afkomst of menselijke inspanningen, maar op Zijn eigen belofte en keuze. Hij bepaalt wie onderdeel wordt van Zijn verbond. Dat is niet door werken, maar op grond van geloof.

Voor alle mensen

Dit betekent niet dat God willekeurig mensen uitsluit van Zijn genade. De hele Bijbel laat zien dat Hij liefdevol en rechtvaardig is, en dat Hij wil dat alle mensen tot bekering komen. De nadruk in Romeinen 9 ligt hier op, dat Gods plan niet wordt beperkt door menselijke inspannningen of verwachtingen. Hij werkt op een manier die soms verrassend en onbegrijpelijk kan lijken, maar die uiteindelijk altijd gericht is op Zijn grotere doel: redding en verzoening voor de wereld. Door deze Bijbeltekst in de juiste context te laten staan, wordt duidelijk dat Gods liefde en rechtvaardigheid perfect samengaan. Hij kiest mensen en volken voor specifieke taken of doelen. Zijn uiteindelijke doel is om Zijn genade bekend te maken. Het gaat hier niet over een ondoorgrondelijke, willekeurige veroordeling van sommige mensen, maar over de manier waarop God Zijn belofte aan en via Abraham vervult en Zijn reddingsplan uitvoert.

De noodzaak van een betrouwbare en begrijpelijke Bijbel

Bijbelvertalingen moeten aan twee essentiële eisen voldoen: betrouwbaarheid en
begrijpelijkheid. De tekst moet trouw blijven aan de oorspronkelijke brontalen
(Hebreeuws, Grieks en Aramees) en tegelijkertijd begrijpelijk zijn voor hedendaagse
lezers. Dit blijft een uitdaging, omdat taal in ontwikkeling is.

Taalontwikkeling

Een belangrijke reden waarom de Bijbel steeds opnieuw vertaald moet worden, is de
evolutie van taal. Een sterk voorbeeld is dat van Abraham Kuyper, die klassiek Grieks sprak
en dacht daarmee een toespraak te kunnen houden in Athene. Maar de aanwezige
Grieken begrepen hem niet, omdat de kloof tussen klassiek Grieks en modern Grieks te
groot is. Ditzelfde principe geldt voor oude Bijbelvertalingen: na verloop van tijd raken ze
verouderd en minder begrijpelijk.
De Bijbel moet in de eigen taal toegankelijk zijn, zodat gelovigen de woorden van God
direct kunnen begrijpen. De Reformatie speelde hierin een cruciale rol. De Katholieke
Kerk hield eeuwenlang vast aan de Latijnse Vulgaat, waardoor veel mensen de Bijbel
niet konden lezen. Reformatoren pleitten voor vertalingen in de volkstaal, zodat
iedereen zelf de Schrift kon bestuderen.

Grieks

Al in de derde eeuw voor Christus werd het Oude Testament in het Grieks vertaald,
bekend als de Septuaginta. Dit gebeurde omdat veel Joden in Alexandrië geen
Hebreeuws meer spraken. Grieks was in die tijd de wereldtaal, net zoals Engels dat nu
is.

De Statenvertaling en eerdere vertalingen

Voor de Reformatie bestonden er al Bijbelvertalingen, zoals de Delftse Bijbel (15e
eeuw). Deze was echter niet vertaald uit de oorspronkelijke talen, maar uit het Latijn. De
reformatoren benadrukten dat vertalingen direct uit de brontalen moesten komen.
Maarten Luther vertaalde de Bijbel in het Duits, en later ontstond de Statenvertaling in
Nederland.
De Statenvertaling was internationaal gezien een late vertaling. Tijdens de Synode van
Dordrecht (1618-1619) werd besloten dat Nederland ook een Bijbelvertaling nodig had
die direct uit de toen beschikbare bronteksten kwam. De Statenvertaling verscheen
uiteindelijk in 1637 en werd dé standaardvertaling voor reformatorische kerken.
Om de vertaling zo betrouwbaar mogelijk te maken, moesten de vertalers:
De oorspronkelijke talen zo nauwkeurig mogelijk vertalen.
Vergelijkingen maken met andere Europese vertalingen (zoals de Franse, Duitse en
Engelse King James Version).
Zoveel mogelijk de stijl en woordvolgorde van de oorspronkelijke tekst behouden.

Problemen bij vertalen: woordbetekenissen en interpretatie

Bij het vertalen gaan er altijd nuances verloren. Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.
Het Hebreeuwse woord “eretz” betekent bijvoorbeeld zowel “land” als
“aarde”, afhankelijk van de context. Hierdoor kunnen vertalers soms verschillende
keuzes maken.
Sommige teksten kunnen op meerdere manieren worden gelezen. Bijvoorbeeld:
“De Here deed dagelijks toe tot de gemeente, die zalig worden.”
“De Here deed dagelijks die zalig werden, toe tot de gemeente.”
De plaatsing van de komma verandert hier de betekenis van de zin. Dit laat zien dat
vertalen meer is dan alleen woord voor woord omzetten; interpretatie speelt ook een
rol.

Taalverandering en de noodzaak van modernisering

Sinds de 17e eeuw is de Statenvertaling meerdere keren aangepast om de taal
begrijpelijk te houden. In de 19e eeuw werd bijvoorbeeld “wijf” vervangen door “vrouw”,
omdat “wijf” een scheldwoord werd. Andere woorden die inmiddels verouderd zijn:
“Maagschap” → “familie”
“Betrachten” → “vertellen”
“Vreze des Heren” → “eerbied voor de Heer”
Nederlandse taalverandering gaat sneller dan in Vlaanderen. In België worden woorden
als “wenend” en “bekommerd” nog gebruikt, terwijl ze in Nederland verouderd zijn.
Sommige mensen hebben moeite met aanpassingen in de Bijbeltekst, omdat ze
gewend zijn aan de oude formuleringen. Een oudere generatie zal “Ga uit uw
maagschap” natuurlijker vinden dan “Verlaat uw familiekring”. Maar als te veel woorden
onbegrijpelijk worden, verliest de Bijbel zijn doel.

Het belang van begrijpelijke taal

Een Bijbelvertaling moet niet alleen correct, maar ook leesbaar zijn. Sommige mensen
denken dat de Bijbel moeilijk moet zijn, omdat de boodschap geestelijk is. Maar begrip
van de woorden is iets anders dan het begrijpen van de boodschap. Iemand kan de
Bijbel in het Hebreeuws lezen en toch de kern van het geloof missen.
Erasmus was een briljante taalkundige, maar Luther verweet hem dat hij de diepste
betekenis van de Bijbel niet begreep. Het intellectueel begrijpen van een tekst is dus
niet genoeg; de Bijbel moet het hart raken. Maar dit betekent niet dat de tekst
onbegrijpelijk mag zijn.
Om de Bijbel voor iedereen toegankelijk te houden, moeten vertalingen regelmatig
worden herzien. Een te oude vertaling kan ervoor zorgen dat mensen afhaken omdat ze
de taal niet meer begrijpen. Dit is vergelijkbaar met het verschil tussen oud Engels en
modern Engels – de tekst kan te ver afstaan van het hedendaagse taalgebruik.

Evenwicht tussen trouw en toegankelijkheid

Bijbelvertalingen moeten balanceren tussen trouw aan de brontekst en begrijpelijkheid
voor de lezer. De Statenvertaling is een meesterwerk, maar de taal van de 17e eeuw is
niet meer voor iedereen toegankelijk. Vernieuwingen in de vertaling zijn nodig om de
Bijbel voor nieuwe generaties leesbaar te houden, zonder de kernboodschap te
veranderen.
Elke aanpassing zal weerstand oproepen, maar taal verandert nu eenmaal. Het doel
blijft dat iedereen de woorden van God kan begrijpen en ervaren, in een taal die aansluit
bij het dagelijks leven.

Romeinen 9 en uitverkiezing

In deze blog duiken we in de boodschap van de video van Sam Shamoun over Romeinen 9, waarin hij een diepgaande exegese van de tekst geeft en zich richt op de leerstellige implicaties. De video bespreekt vooral hoe Romeinen 9 vaak wordt misbegrepen, met name in relatie tot doctrines zoals het calvinisme, en hoe Paulus in werkelijkheid een veel bredere boodschap over Gods genade en rechtvaardigheid verkondigt.

Paulus’ hartzeer over Israël

De passage begint met Paulus die verklaart dat hij diepe droefheid en onophoudelijke pijn in zijn hart heeft (Romeinen 9:1-5). Hij is zo begaan met zijn volksgenoten, de Israëlieten, dat hij bereid zou zijn om zelf vervloekt en afgescheiden van Christus te worden als dat zou betekenen dat zij gered zouden worden. Dit toont een intense, opofferende liefde – en roept direct een vraag op:

Als Paulus zo veel van Israël houdt, hoe kan het dan dat God hen lijkt te hebben verworpen?

Calvinistische theologen, zoals James White, stellen dat God alleen de uitverkorenen liefheeft en dat Christus alleen voor hen gestorven is. Maar als dat waar is, waarom heeft Paulus dan een diepere liefde voor de verloren Israëlieten dan, zo lijkt het, God zelf?

Paulus begint hier een verborgenheid te ontrafelen: als Israël zoveel zegeningen van God heeft ontvangen (het zoonschap, de glorie, de verbonden, de wet, de eredienst, de beloften, en zelfs Christus zelf die uit Israël kwam), hoe kunnen zij dan zijn verworpen? Heeft God gefaald?

De betekenis van Gods uitverkiezing

Paulus stelt in Romeinen 9:6-13 dat niet alle Israëlieten echt Israël zijn. Dit betekent dat fysieke afstamming niet voldoende is om deel uit te maken van Gods verbondsvolk. In plaats daarvan worden alleen degenen die geloven in Christus ware kinderen van Abraham.

Hij gebruikt Isaak en Ismaël als voorbeeld: hoewel beide zonen van Abraham waren, werd alleen Isaak de zoon van de belofte. Evenzo, binnen Isaaks nageslacht, werd Jacob gekozen boven Esau, niet vanwege goede of slechte daden, maar omdat God besloot door hem te werken.

Maar betekent dit dat God willekeurig mensen kiest voor redding en anderen veroordeelt tot verwerping? Hier betoogt de spreker van de video dat dit niet het geval is.

De keuze van Jacob boven Esau gaat niet over individuele redding, maar over nationale roeping: God koos Jacob (Israël) als het volk waardoor de Messias zou komen, niet omdat Hij Esau en zijn nageslacht haatte in absolute zin.

Gods Genade en rechtvaardigheid

Romeinen 9:14-18 stelt de vraag: Is God onrechtvaardig? Paulus antwoordt: Zeker niet! Hij citeert Exodus 33:19, waarin God zegt: “Ik zal genadig zijn voor wie ik genadig ben en barmhartig voor wie ik barmhartig ben.” Dit wordt vaak door calvinisten gebruikt om te zeggen dat God willekeurig mensen kiest voor redding, maar is dat wel wat Paulus bedoelt?

De context laat zien dat Gods genade niet exclusief is voor de uitverkorenen, maar dat Hij vrij is om Zijn barmhartigheid te tonen aan iedereen.

Paulus gebruikt ook het voorbeeld van de Farao, over wie God zegt: “Ik heb u opgewekt, opdat ik mijn kracht in u zou tonen.” Sommigen zien dit als bewijs dat God mensen voorbestemt tot verharding. Maar de video benadrukt een cruciaal punt:

God verhardde de Farao’s hart door hem genade te tonen! Elke keer dat God een plaag wegnam en de Farao de kans gaf om Israël vrij te laten, weigerde hij. De hardheid kwam als reactie op Gods goedheid.

Dit principe geldt voor iedereen: als iemand Gods genade blijft verwerpen, kan die persoon uiteindelijk verhard worden. Dit is niet gedwongen verwerping, maar een zelfgekozen proces.

Vaten van barmhartigheid en vaten van toorn

Romeinen 9:19-24 spreekt over de pottenbakker en de klei. Veel calvinisten gebruiken dit om te zeggen dat God sommige mensen voorbestemt tot vernietiging en anderen tot redding. Maar is dat wat Paulus bedoelt?

Jeremia 18, waar de pottenbakker-metafoor vandaan komt, laat zien dat God natiën kan omvormen op basis van hun reactie. Als een volk zich bekeert, zal God zich ontfermen. Dit betekent dat de “vaten van toorn” niet willekeurig voorbestemd zijn, maar worden gevormd door hun eigen ongeloof en opstandigheid.

Daarom wordt een “vat van toorn” niet gemaakt door Gods decreet, maar door een voortdurende afwijzing van Gods genade.

De vaten van barmhartigheid zijn niet willekeurig gekozen individuen, maar zij die Gods genade in geloof ontvangen.

Het einde van Romeinen 9: geloof als de sleutel

Paulus sluit hoofdstuk 9 af met een duidelijke conclusie:

“De heidenen die de gerechtigheid niet zochten, hebben gerechtigheid verkregen, namelijk de gerechtigheid die uit geloof is. Maar Israël, dat een wet tot gerechtigheid najaagde, heeft de wet niet bereikt.” (Romeinen 9:30-32)

Hier maakt Paulus duidelijk dat het niet gaat om voorbestemming zonder geloof, maar dat geloof de sleutel is.

Het probleem met Israël was niet dat ze niet uitverkoren waren, maar dat ze probeerden gerechtigheid te verkrijgen door de wet in plaats van door geloof in Christus.

Gods plan is voor iedereen

De video laat zien dat Romeinen 9 niet over een rigide calvinistische predestinatie gaat, maar over Gods soevereine keuze om door Israël te werken om uiteindelijk genade aan de hele wereld aan te bieden.

God verwerpt niemand willekeurig, maar biedt genade aan iedereen. De ware Israëlieten zijn niet degenen die fysiek afstammen van Abraham, maar zij die in Christus geloven.

Belangrijk

✔ Gods verkiezing in Romeinen 9 gaat over nationale roeping, niet individuele predestinatie.
✔ Farao’s hardheid was zijn eigen schuld; Gods genade werd verworpen.
✔ Vaten van barmhartigheid worden gevormd door geloof, vaten van toorn door ongeloof.
✔ Gods genade is voor iedereen beschikbaar – wie gelooft, ontvangt het.

Kortom: Romeinen 9 is een krachtige boodschap van hoop, geen bewijs voor een strenge, willekeurige predestinatie.

Gods liefde en Genade zijn bestemd voor iedereen die bereid is te geloven!

Kritiek op het Calvinisme

Het calvinisme is een invloedrijke stroming binnen het christendom die diepgeworteld is in de protestantse traditie. Het leert dat God soeverein alle gebeurtenissen heeft bepaald, inclusief de redding van individuen, en dat de mens volledig afhankelijk is van Gods genade.  In een recente video van Warren McGrew, presentator van het YouTube-kanaal Idol Killer, wordt het calvinisme benoemd als een schadelijke en misleidende leer die het christelijke geloof verdraait en het evangelie onjuist presenteert. Dieze blog analyseert McGrew’s argumenten tegen het calvinisme en onderzoekt de bredere implicaties van deze theologische discussie.

Calvinisme is een vervorming van het Evangelie

Een van de kernpunten van McGrew’s kritiek is dat het calvinisme een verdraaiing is van de oorspronkelijke christelijke boodschap. Volgens hem presenteert deze leer God als een wezen dat alle gebeurtenissen vooraf heeft bepaald, inclusief kwaad en zonde. Dit is problematisch omdat het een beeld van God schetst als iemand die niet werkelijk rechtvaardig is, maar eerder een meesterplanner van zowel goed als kwaad.

Calvinisten verdedigen hun standpunt vaak met de doctrine van predestinatie, (uitverkiezing) waarbij wordt gesteld dat God vooraf heeft bepaald wie gered zal worden en wie verloren zal gaan. Dit zou betekenen dat sommige mensen gedoemd zijn tot de hel zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen. McGrew verwerpt deze interpretatie als onbijbels en moreel verwerpelijk. Hij stelt dat het evangelie in essentie een boodschap van liefde en redding voor iedereen is, niet alleen voor een selecte groep.

Daarnaast wijst hij op de historische context van het calvinisme. Hij stelt dat veel van de kernconcepten van deze leer, zoals de erfzonde en totale verdorvenheid, niet rechtstreeks uit de Bijbel komen, maar voortkomen uit de leer van Augustinus van Hippo. Deze ideeën, die pas ongeveer 500 jaar na Christus wijdverbreid werden, zouden daarom niet als oorspronkelijke christelijke doctrines mogen worden beschouwd.

Indoctrinatie en het gevaar van tunnelvisie

Een ander belangrijk punt dat McGrew aanhaalt, is hoe het calvinisme zich verspreidt via indoctrinatie, vooral binnen gezinnen en kerken waar eenzijdige theologische opvoeding wordt gegeven. Hij merkt op dat veel jonge calvinisten opgroeien in een omgeving waar alternatieve theologische perspectieven worden genegeerd of zelfs als gevaarlijk worden bestempeld. Hierdoor ontstaat een situatie waarin men ervan overtuigd is de absolute waarheid te bezitten, zonder open te staan voor kritiek of nuance.

Dit leidt volgens McGrew tot een “indoctrinatie-vibe” waarbij gelovigen niet worden aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar waarheid, maar simpelweg de dogma’s aannemen die hen worden geleerd. Hij verwijst in dit kader naar de YouTuber Messenger for Truth, die zichzelf als orthodox christen beschrijft en claimt enkel de oorspronkelijke apostolische leer te volgen. Toch verdedigt hij tegelijkertijd het calvinisme, dat pas vele eeuwen na Christus volledig is ontwikkeld. Dit toont volgens McGrew de interne tegenstrijdigheid van calvinistische theologie: het presenteert zich als puur en bijbels, terwijl het in werkelijkheid veel latere toevoegingen en interpretaties bevat.

Calvinisme als hindernis  voor evangelisatie en geloof

McGrew benadrukt dat het calvinisme niet alleen schadelijk is voor gelovigen, maar ook voor niet-gelovigen die het christendom willen begrijpen. Hij noemt drie manieren waarop calvinisme het geloof ondermijnt:

Foutieve theologie: Calvinisme presenteert God als iemand die de zonde heeft verordineerd en slechts een selecte groep mensen wil redden. Dit is in strijd met de bredere bijbelse boodschap waarin God liefdevol en rechtvaardig is, en redding voor iedereen beschikbaar stelt.

Afschrikking van niet-gelovigen: Wanneer buitenstaanders kennismaken met het calvinisme als representatief voor het christendom, krijgen ze een vertekend beeld van wie God werkelijk is. Velen verwerpen deze versie van het geloof en keren zich volledig af van het christendom, niet omdat ze Jezus afwijzen, maar omdat ze een theologisch systeem zien dat moreel problematisch lijkt.

Valse zekerheid voor calvinistische ‘farizeeërs’: McGrew stelt dat sommige calvinisten zich vasthouden aan een intellectueel systeem zonder een echte relatie met God te hebben. Voor hen is het calvinisme een filosofisch bouwwerk waarin ze zich veilig voelen, maar waarin ze de kern van het geloof – een oprechte band met God – uit het oog verliezen.

Volgens McGrew wordt het calvinisme vaak aantrekkelijk gevonden door mensen die houden van intellectuele uitdaging en complexiteit, maar die daardoor een authentieke en persoonlijke geloofsbeleving missen. Hij waarschuwt dat de theologische structuur van het calvinisme veel ruimte laat voor een rationele benadering van het geloof, zonder dat men werkelijk leeft volgens de leer van Christus.

Getuigenis

Een van de krachtigste argumenten in de video is McGrew’s eigen getuigenis. Hij was jarenlang een calvinist en verdedigde de leer met volle overtuiging, totdat hij zich realiseerde dat het in strijd was met de bijbelse boodschap van liefde en genade. Hij beschrijft hoe moeilijk het was om toe te geven dat hij een verkeerd theologisch systeem had verdedigd, en hoe pijnlijk het besef was dat hij, in zijn oprechte verlangen om God te eren, onbewust een verdraaide versie van het evangelie had verkondigd.

McGrew’s verhaal benadrukt het belang van geloofs zelfreflectie. Hij moedigt anderen aan om kritisch na te denken over de doctrines die zij aanhangen en zich niet blind te staren op traditie of autoriteit. Hij stelt dat ware theologie niet draait om intellectuele coherentie, maar om een oprechte relatie met God.

De kritiek op het calvinisme, zoals geuit door Warren McGrew, is diepgaand en raakt aan fundamentele vragen over de aard van God, genade en menselijke verantwoordelijkheid. Hij betoogt dat het calvinisme een misleidende en schadelijke leer is die een onjuist beeld schetst van Gods karakter en een obstakel vormt voor zowel gelovigen als niet-gelovigen.

Door te wijzen op de historische wortels van het calvinisme, de gevaren van indoctrinatie en de negatieve impact op evangelisatie, maakt McGrew een krachtig pleidooi voor een hernieuwde benadering van het geloof – een die werkelijk recht doet aan de Bijbelse boodschap van liefde en redding voor iedereen.

Is bekering echt zo moeilijk? Een kritische blik op de bevindelijk Gereformeerde traditie

In sommige geloofstradities wordt bekering gezien als een moeizaam en ingrijpend proces. Vooral binnen de bevindelijk gereformeerde kringen leeft het idee dat bekering gepaard gaat met een lange weg van strijd, zelfonderzoek en onzekerheid. Maar is dat wel wat de Bijbel leert? Is bekering echt zo moeilijk als men denkt?

Wat is bekering binnen de traditie?

Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen ligt de nadruk sterk op de persoonlijke ervaring van het geloof. Men spreekt over de ‘weg der bekering’, een proces dat verloopt volgens de fases van ellende, verlossing en dankbaarheid. De gedachte hierachter is dat iemand eerst diep moet beseffen hoe zondig hij is (ellende), daarna mag ervaren hoe Christus redt (verlossing), en vervolgens een leven van dankbaarheid leidt.

Veel mensen binnen deze traditie worstelen jarenlang met de vraag of ze wel echt bekeerd zijn. Ze verlangen naar een diepere zekerheid, maar blijven vaak steken in een gevoel van onwaardigheid. Sommigen spreken zelfs over een ‘lange weg’ voordat ze mogen geloven dat Christus ook voor hen gestorven en opgestaan is.

Wat zegt de Bijbel?

Als we naar de Bijbel kijken, zien we een ander beeld. Bekering wordt daar niet gepresenteerd als een langdurig en moeizaam proces, maar als een directe oproep tot verandering. In Handelingen 2:38 zegt Petrus:

 “Bekeert u, en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.”

Dit is een duidelijke, directe oproep. Er wordt geen langdurig proces van worsteling genoemd, maar een onmiddellijke keuze voor Christus.

Jezus zelf zei in Marcus 1:15:

“Bekeert u en gelooft het Evangelie.”

Dit laat zien dat bekering en geloof hand in hand gaan. Het is niet iets wat de mens eerst moet verdienen door een lange periode van zelfonderzoek en ellende, maar een directe roep om zich tot God te keren.

Is bekering moeilijk?

Veel mensen in de bevindelijk gereformeerde traditie ervaren bekering als moeilijk, omdat zij geloven dat het iets is wat hen moet overkomen in plaats van iets waar ze zelf op mogen reageren. Maar de Bijbel laat zien dat bekering niet bedoeld is als een jarenlang gevecht, maar als een eenvoudige daad van gehoorzaamheid aan Gods roepstem.

Denk aan de moordenaar aan het kruis (Lukas 23:42-43). Hij had geen tijd om een lange weg van bekering af te leggen. Hij riep slechts uit:

“Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.”

En Jezus antwoordde direct: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.”

Dit laat zien dat bekering niet ingewikkeld hoeft te zijn. Het is geen kwestie van jarenlange worsteling, maar van het erkennen van Jezus als Redder en het vertrouwen op Zijn Verlossingswerk..

Waarom ervaart men bekering toch als moeilijk?

Het idee dat bekering moeilijk is, komt vaak voort uit menselijke gedachten en tradities. Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen wordt bekering vaak gekoppeld aan diepe emoties en bepaalde ervaringen. Wie die ervaringen niet heeft, kan denken dat hij nog niet echt bekeerd is.

Maar de Bijbel leert nergens dat bekering gepaard moet gaan met een specifieke ervaring of bepaalde gevoelens. Het gaat om een bewuste keuze om Christus te volgen. Jezus nodigt ieder mens uit:

“Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28).

De gedachte dat bekering een lang en moeilijk proces is, komt niet uit de Bijbel, maar uit menselijke tradities. De Schrift leert dat bekering een directe oproep is tot geloof in Jezus Christus. Iedereen die zich tot Hem keert, wordt aangenomen.

Dit betekent niet dat er geen geestelijke groei en verdieping nodig is in het geloofsleven. Maar die groei is niet hetzelfde als bekering. Bekering is de eerste stap, niet het eindpunt van een lange weg. Het is de deur die openstaat voor iedereen die Jezus aanneemt als Redder.

Laten we daarom de oproep van de Bijbel serieus nemen en beseffen dat bekering geen onbereikbaar ideaal is, maar een genadegave van God. Vandaag nog kun je, zonder enige vertraging, gehoor geven aan Zijn roep:

 “Bekeert u en gelooft het Evangelie!”