Relikwie
De zwart-witte keffiyeh, in de volksmond vaak “Arafatsjaal” genoemd, is uitgegroeid tot een herkenbaar beeld in protestmarsen, vooral bij activisten die zich keren tegen Israël. In westerse steden is het een vertrouwde relikwie geworden voor processiegangers / betogers die zich etaleren als voorvechters van de zogenaamde “palestijnse zaak”. Maar wie een blik werpt op de oorsprong en culturele geschiedenis van dit kledingstuk, ziet hoe absurd en ironisch dit gebruik eigenlijk is.
Niet palestijns
De keffiyeh is géén palestijnse uitvinding. Het is een traditionele hoofddoek die zijn wortels heeft in het oude Mesopotamië, duizenden jaren voor de recent uitgevonden “palestijnse identiteit” überhaupt bestond. Het was een kledingstuk van boeren, herders en nomaden, gedragen in Irak, Syrië, Jordanië, Saoedi-Arabië en ver daarbuiten. Het beschermde tegen zon, zand en kou, en had een sterk praktische functie. Pas in de laatste decennia van de 20e eeuw kreeg de zwart-witte variant politieke lading, toen de Egyptische terrorist Yasser Arafat de keffiyeh tot vast onderdeel van zijn uiterlijk maakte. Daarmee werd een breed-Arabisch cultureel symbool getransformeerd tot embleem van het “palestijns nationalisme”.
Zwart witte parodie
Deze politisering was an sich al een ideologische herinterpretatie, maar wat er daarna in het Westen mee gebeurde, grenst aan parodie. Westerse activisten – vaak wars van elke nuance – eigenden zich dit symbool toe alsof het inherent palestijns erfgoed betrof. Alsof het dragen ervan een daad van solidariteit is, en niet gewoon goedkope symboliek die de complexiteit van het Midden-Oosten reduceert tot zwart-wit hokjesdenken.
Diefstal
In werkelijkheid is dit niets anders dan ideologische diefstal. Net zoals culturele toe-eigening aan de kaak wordt gesteld in andere contexten, is het hier verbijsterend hoe klakkeloos men zich een stuk bedoeïenenerfgoed toe-eigent om een westers narratief te ondersteunen: Israël is de agressor, de palestijnen zijn de onderdrukten, en de activist – die vaak geen letter Arabisch spreekt en het Midden-Oosten alleen kent van krantenkoppen – is de morele redder.
Westerse oppervlakkigheid
Het resultaat is tragikomisch. Jonge Europeanen lopen met massaal geïmporteerde “Arafatsjaals” uit Chinese fabrieken te zwaaien tijdens demonstraties, zich niet bewust van de culturele oorsprong, noch van de regionale nuances binnen de Arabische wereld zelf. De zwart-witte keffiyeh is inmiddels zo vermarkt en verdraaid dat hij meer zegt over de oppervlakkigheid van het westerse activisme dan over de werkelijkheid in het midden-Oosten.
Wat ooit een praktisch kledingstuk was, is nu een uniform geworden voor morele zelfrechtvaardiging. En daarmee verliest het elk greintje authenticiteit. Om over respect dan maar helemaal te zwijgen.