De vader is inmiddels gestorven. „Mijn man stierf zonder afscheid te hebben genomen van onze dochter. Ze wil met ons niets meer te maken hebben. Ze vertelde ons ook nooit dat zij een kind verwachtte en wij grootouders zouden worden”, aldus de weduwe.
Veel verdriet heerst er inmiddels en families zijn verscheurd. Wat ooit begon als een serieuze bijbelstudiegroep is ontaard in een sekte met alle gevolgen van dien. „Noem Griffioen rustig de grote verleider, zoals de Bijbel erover spreekt”, voegt een predikant me toe. De hervormde kerk in Waddinxveen belegde intussen al twee bijeenkomsten, onder leiding van ds. C. D. Zonnenberg, om betrokken families met elkaar in contact te brengen en te ondersteunen.
Eerder stond in de hervormde kerkbode van Waddinxveen een door het ministerie van vier predikanten ondertekende ernstige waarschuwing tegen Griffioens denkbeelden. „Laten we de macht van de satan niet onderschatten. We hebben er mee te maken”. De predikanten wijzen er overigens op dat tot nu toe géén -voor de Nederlandse wet- strafbare feiten zijn gepleegd. Ieder staat machteloos.
Niets zeggen
Andere voorbeelden? Opa en oma zien hun kleinkind op straat. Het kind mag niet meer bij hen komen want zijn vader en moeder horen ook tot Griffioens getrouwen. „Waarom kom je niet meer bij ons”, zo kan oma haar leed niet verzwijgen. „Mama zegt dat u niet echt van de Heere houdt en daarom’ mag ik niks meer tegen u zeggen”.
„Van harte gefeliciteerd met je kleinzoon”, hoort een verbaasde Waddinxveense. Ze wist van niets. Dochter en schoonzoon horen bij Griffioen en de zijnen en weigeren elk contact.
Twee jongvolwassen dochters uit een ander gezin komen nooit meer thuis. Wéér een andere moeder: „Mijn dochter kwam me letterlijk dood te verklaren en vertellen zei dat ze nooit meer contact wil hebben met me”.
Behoudend
Rond de honderd leden telt de naamloze sekte van Wim Griffioen (geboren 1950). Vrijwel allen komen uit behoudende delen van de kerken of uit evangelische groepen. Eerder meelevende hervormden en leden van de Gereformeerden Gemeenten; ze horen er ook bij. Griffioen zelf komt uit de gereformeerde gemeente van Utrecht. Het gezin behoorde tot de rand van die kerk, verhuisde naar Alphen aan den Rijn en werd daar hervormd.
Wim wordt boekhouder, maar verkoopt op een gegeven moment zijn administratiekantoor en gaat naar de Evangelische Bijbelschool in Doorn. Daar krijgt hij onder meer les van de bekende Jacob Klein Haneveld. Vervolgens geeft Griffioen bijbelstudie aan huis in Alphen.
In 1984 wordt Griffioen actief in Waddinxveen. Volgens sommigen had zijn boodschap toen, globaal genomen, een bijbelse lijn. Inmiddels is dat volgens ex-volgelingen voorbij. „Niet het Woord is norm, maar de uitleg van Griffioen”. Langzaam komen er meer volgelingen naar het op zondagmorgen afgehuurde “Het Nieuwe Trefpunt” aan de Stationsstraat.
Volgens insiders vindt er na de dood van Klein Haneveld -die ook wel voorging in de Stationsstraateen omslag in het denken van Griffioen plaats. In diens omgeving bivakkeren mensen zoals ex-gereformeerd predikant Ben Groot Enzerink. Met hem ontwikkelt Griffioen een leer die kortweg gezegd inhoudt dat God telkens wéér in het vlees komt. Dat gebeurt dan via voorgangers zoals Griffioen. Helaas vindt ook Groot Enzerink dat hij goddelijke trekken vertoont. Dat geeft scheiding tussen beiden en ieder gaat eigen weg.
Doodverklaard
Kenmerkend voor Griffioens theologie is dat mensen die een bedreiging voor hem vormen of het met hem oneens zijn, verworpen en doodverklaard worden. Dat wordt ook publiek meegedeeld tijdens de bijeenkomst. Toen eigen getrouwen daarover vragen stelden, zou Griffioen gezegd hebben: „Ik ben de Heer”. Daarover lijkt de ‘gemeente’ van Griffioen evenwel nóg niet eensluidend. Enkele getuigen hoorden hem beweren de Messias te zijn. Eén van hen werd daarop boos en verkocht de nepmessias een mep en zette hem uit zijn huis.
Gesprekken hebben inmiddels geleerd dat, in ieder geval de mannelijke, leden ‘trekken’ van de ‘Heer’ hebben. Ze leven „niet meer hier maar in de hemel”.
Eén lid van de gemeente, J. van den Berg uit Zevenhuizen, ontkent inderdaad dat Griffioen de enige ‘Heer’ is. Van den Berg zegt dat hijzelf net zo goed leiding zou kunnen geven. Met evenveel gezag als Griffioen.
Van den Berg staat bij het schoolbord in zijn winkel met benodigdheden voor het zelf maken van wijn aan het Noordeinde. Met ferme zwaai veegt hij de reklame weg en maakt zijn theologische visie aanschouwelijk. Inderdaad, hij zou Griffioen kunnen vervangen, want ook de voorganger zelf gebruikt tijdens de samenkomsten -die soms drie uur duren- veelvuldig het schoolmeesterskrijt.
Griffioens ‘theologie’ zegt dat leden door wedergeboorte gestorven zijn. Ze zijn een totaal ander iemand geworden. Hun oude lichaam én familie achten zij niet meer: „Ik ben dus Jan van den Berg niet meer. Die is dood. Ik ben een nieuw schepsel”.
‘Doden’
Mensen móeten breken met hun natuurlijke familie. Een letteriijk citaat uit een ‘preek’ van Griffioen verklaart die afstand -verbod tot omgang zelfs- vanuit de tekst dat de doden hun doden moeten begraven: „Daarom moeten wij onze aandacht van de doden afwenden”. Erfenissen worden evenwel geaccepteerd als „gaven van God”.
Het eren van vader en moeder naar bijbels gebod wordt als volgt uitgelegd: God is de Vader en met de moeder wordt Jeruzalem bedoeld (naar een vrije uitleg van Galaten 4:26). Maar sekteleden willen ook wel schermen met de tekst dat wie vader of moeder liefheeft boven Christus Hem niet waardig is. Dat is weer tegenstrijdig. De ‘nieuwe familieband’ is sterk en moet oude banden vervangen. Daarom gaat men op zondagmiddagen bij elkaar op visite.
Ex-Jehovah-getuige Joseph Wilting schreef een brochure over de vraag hoe we “Destruktieve sekten” (sekten met een vernietigend karakter) kunnen herkennen: De leiding oefent controle uit over gedachten, gevoelens en gedrag van leden. Er zijn veel geboden en verboden. De sleutel om harten van mensen te openen is dat onder de juiste omstandigheden alle mensen kwestbaar zijn. Kenmerkend zijn verder toewijding voor een persoon, idee of ding. Maar ook „isolering van vrienden en familie en het afbreken van de persoonlijkheid”.
Ramen zemen
Aan veel van deze door Wilting beschreven kenmerken voldoet de groep van Griffioen. Een charismatische uitstraling ontbreekt echter. Griffioen is geen vlotte leider. Hij wekt eerder de indruk wat zielig te zijn. Bij problemen in een gezin springt hij in, helpt dan in het huishouden en haalt de kinderen uit school. Juist in een periode dat zijn gezag tanend was, verrichtte hij veel hand en spandiensten in gezinnen. De kritiek verstomde want „hij is toch een fijne man”. Ook schaamt Grifioen zich, indien nodig, het ramen lappen niet.
Zakelijk is de naamloze gemeente ondergebracht in de stichting Immanuël. De leden geven hun bijdragen vrijwillig. Sommigen verklaren tienden te geven. Overigens leeft hij in een sober ingerichte -voor zijn gehandicapte dochter van 17 aangepaste- huurwoning.
Eruit
Er zijn ook mensen uit de sekte gestapt. Anderen werden weerhouden in de sekte te treden door bijvoorbeeeld een kerkelijk meelevende vriendin of vriend die wist te overtuigen met bijbelse argumenten. Juist die -vaak nog jonge- mensen vertellen dat ze de kracht van God ervaren hebben in het gebed en in deze worsteling.
„Bidt om het heil van hen die een heilloze weg gaan”, zo zei ds. Zonnenberg vorige week donderdagavond tot familie van de sekteleden. „De bid al zes jaar iedere dag. Tevergeefs. Maar ik weet dat de Heere hen niet loslaat en hen eruit zal halen”, zo getuigt daarop een aanwezige. Een ander vertelt dat ze de verjaardag van de dochter, die bij Griffioen zit, altijd herdenkt bij een andere dochter thuis. Behalve koffie met wat lekkers te nuttigen wordt ook de Bijbel geopend en bidt men met elkaar. „Onze verwachting is en blijft van de Heere want Hij is machtig. Zijn goede hand mocht ik erin zien dat we kort geleden voor hét eerst sinds lange tijd weer bij onze dochter welkom waren”, vertelt een moeder.
Sektarisch
Inzage in de -afgebroken- correspondentie tussen sekteleden en hun familie onderstreept het sektarische karakter van de gemeente van Griffioen. „Wij leven niet meer. U staat buiten. Wij willen geen communicatie meer naar het vlees. Zo zijn er voor die in Christus zijn geen aardse banden meer, we hebben een nieuwe familie gekregen”, zo luiden enkele citaten. Na een dergelijke brief weigeren de sekteleden verder te praten. Hoogstens nog een korte reactie. „Er staat geen mens centraal in ons denken. Wij leven in de Eén en niet in de twee. Wie buigen kan en wil zal genade ontvangen”.
Voor familieleden die telefonisch contact zoeken doet de telefoonbeantwoorder zijn werk. Ingesproken teksten worden kort schriftelijk beantwoord: „Gehoor geven aan jullie is luisteren. Aardse banden houden op te bestaan, het oude is voorbijgegaan. Als je de Geest deelachtig bent, herken je of mensen je uit de hemel naar beneden willen trekken, we willen pas contact als jullie ook dat leven kent”. „Wij willen pas contact als jullie erkennen dat Christus vleselijk aanwezig is”, zegt een zoon tegen zijn vader, kennelijk doelend op zijn ‘wedergeboren’ staat.
Een betrokken familielid stuurde een ernstige, indringende brief waarin op bijbelse gronden gewaarschuwd werd tegen de leer van Griffioen. Daarop werd geheel niet gereageerd. De afscheidsbrief lijkt gestandaardiseerd.
Vuurschieten
Ook ds. Zonnenberg wijst op de sektarische elementen. De groep wordt gekenmerkt door een sterke band en de leden zien er hun nieuwe familie in. Bevallingen worden zo mogelijk geheel begeleid door sekteleden, met het roepen van de arts en ziekenhuisopnamen wacht men zeer lang. Het lichaam wordt onbelangrijk geacht, „Als het zó gebeurt, is het kenmerk van sektarisch denken”. De familie wordt doodverklaard en ogen schieten vuur als sekteleden door familie worden aangesproken. Bijbelse argumenten worden genegeerd of naar eigen behoefte uitgelegd en toegepast.
De predikant beluisterde enkele bandjes van ‘bijbelstudies’ van Griffioen. Opmerkelijk is dat Griffioen vaak de Statenvertaling citeert: het verraadt zijn afkomst. Op het eerste gehoor meeslepend, zo oordeelt ds. Zonnenberg. „Maar toen ik wat hoofdlijnen op papier probeerde te zetten, kon ik er geen touw meer aan vastknopen”.
Ontsporingen
Hoewel hij verder (nog) geen strafbare feiten pleegde, leven er wel zorgen over mogelijke seksuele ontsporingen. Dat gebeurt namelijk vaker bij zulke groepen. Familieleden weten met zekerheid dat Griffioen diverse sleutels heeft van huizen van ‘gemeenteleden’ en zo maar naar binnen stapt.
Griffioen wil zelf pas na lang aandringen spreken met iemand van het RD. Het is een moeizaam gesprek. Soms schudt hij meewarig het hoofd en breekt een net begonnen uitleg af: Ach, laat maar. Verantwoording geeft hij niet. Op de foto wil hij evenmin.
Hoe was uw relatie met Groot Enzerink? Verschilde u van mening met hem over wie nu op aarde de heer was?
„Ik ontken noch bevestig dat. Trouwens de krant brengt nieuws dat oud is. Wij verkondigen aan hen wie we ontmoeten”.
U legt aan de mensen in uw bijeenkomsten uit dat ze hun aardse vader en moeder niet hoeven te eren. Klopt dat?
„Kijk maar in de Bijbel, daar staat het”.
„Zegt u dat u de Heer bent?”
„Ik vind het niet zinvol dat te bespreken. Maar de krant stelt allemaal van die menselijke vragen”. „En als je er als journalist één aspect uithaalt, heb je altijd gelijk”.
U leeft van de giften van leden. Hen zijn de tienden opgelegd?
„De verplicht niets”.
Kent uw bijeenkomst een kerkeraad?
„Kijk maar in de Bijbel. Als daar oudsten in genoemd worden, hebben wij ze ook”.
„Met wie weet u zich in de geschiedenis verbonden?
„Er zullen wel mensen zijn die er precies eender over gedacht hebben. Daar ben ik dan mee verbonden. Trouwens, alles hangt er vanaf hoe je de Bijbel leest.
Aanvaard u de vroeg-christelijke geloofsbelijdenissen? Leest u die?
„Die lezen we niet”.
Beseft u dat er veel leed is in gezinnen, omdat uw volgelingen gebroken hebben met de familie; deze zelfs doodverklaarden? Is dat bijbels?
„Ach, dat is weer zo’n menselijke vraag. Het kruis brengt toch verdrukking!”.