He shall come

 

“What I say unto you I say unto all, Watch.” “At even, or at midnight, or at the cock-crowing.”

It may be in the evening,

When the work of the day is done,

And you have time to sit in the twilight,

And to watch the sinking sun;

While the long bright day dies slowly

Over the sea,

And the hour grows quiet and holy

With thoughts of Me;

While you hear the village children

Passing along the street,

Among these thronging footsteps

May come the sound of My feet;

Therefore I tell you, watch!

By the light of the evening star,

When the room is growing dusky

As the clouds afar;

Let the door be on the latch

In your home,

For it may be through the gloaming,

I will come.

It may be in the midnight

When ’tis heavy upon the land,

And the black waves lying dumbly

Along the sand;

When the moonless night draws close

And the lights are out in the house,

When the fires burn low and red,

And the watch is ticking loudly

Beside the bed;

Though you sleep tired on your couch,

Still your heart must wake and watch

In the dark room;

For it may be that at midnight

I will come.

It may be at the cock-crow,

When the night is dying slowly

In the sky,

And the sea looks calm and holy,

Waiting for the dawn of the golden sun

Which draweth nigh;

When the mists are on the valleys, shading,

The rivers chill,

And my morning star is fading, fading

Over the hill;

Behold, I say unto you, watch !

Let the door be on the latch

In your home,

In the chill before the dawning,

Between the night and morning,

I may come.

It may be in the morning

When the sun is bright and strong,

And the dew is glittering sharply

Over the little lawn,

When the waves are laughing loudly

Along the shore,

And the little birds are singing sweetly

About the door;

With the long day’s work before you

You are up with the sun,

And the neighbors come to talk a little

Of all that must be done;

But, remember, that I may be the next

To come in at the door,

To call you from your busy work,

For evermore.

As you work, your heart must watch,

For the door is on the latch

In your room,

And it may be in the morning

I will come.

So I am watching quietly

Every day,

Whenever the sun shines brightly

I rise and say,

Surely it is the shining of His face,

And look unto the gate of His high place

Beyond the sea,

For I know He is coming shortly

To summon me;

And when a shadow falls across the window

Of my room,

Where I am working my appointed task,

I lift my head to watch the door and ask

If He is come!

And the Spirit answers softly

In my home,

“Only a few more shadows,

And He will come.”

“Sla acht op de tekenen van de eindtijd”


Kenneth Johannes spreekt in een korte Bijbelprofetie update over de tekenen van de eindtijd. Dit is deel 1 van de samenkomst in Ottoland.

Website: https://jezuskomtspoedig.nl
Telegram: https://t.me/jezuskomtspoedig
Rumble: https://rumble.com/user/KennethJohannes
Twitter: https://twitter.com/kjohannes

Ezekiel 38 -39 and World War III

By Steven M. Collins.

Introduction and Context:

The “latter day” prophecy found in Ezekiel 38-39 has long been seen by many Christians as a key prophecy describing events which will occur among the nations in the time preceding the Millennium (or Messianic Age). This is a lengthy and very “meaty” prophecy which needs a thorough examination in order to be understood and appreciated. This research paper has been prompted by the fact that so much is happening in world events which is directly setting the stage for the fulfillment of this prophecy in future world geopolitics. It is needful to warn as many people as possible about what will occur in the years ahead of us, because when it is fulfilled, it will shock all nations and it will drastically affect the lives of everyone on the planet. Ezekiel 3839 reveals, in advance, many details about a future World War III which will occur in the years ahead of us.

 

What is noteworthy about this prophecy is that it has God’s “guarantee” that he will personally intervene as needed to make sure it comes to pass exactly as prophesied. If you are interested in knowing the future, consider what Ezekiel 38-39 has to say. If you doubt that there is a Creator God who can influence or control world events, your doubts will also be addressed in this report. As a reassurance to all potential readers, this research paper will not “grind an ax” for or against any religious denomination and it will not ask you for money.

 

A common Christian view is that Ezekiel 38-39 is a pre-millennial prophecy about a Russian-led alliance which will attack the small Jewish-Israeli nation just prior to the second coming of Jesus Christ/Yahshua. A literal application of this prophecy shows this view is correct in terms of the time context of this attack and the fact that Russia will lead an alliance of nations to attack someone else. However, most Christians completely misunderstand which nations will be targeted by this attack due to a widespread misunderstanding of what is meant by the biblical/prophetic term “Israel.”

 

This report is intended to apply the prophecies of Ezekiel 38-39 toward many modern nations. When applied literally, this prophecy is strikingly accurate in predicting the current alliances and geopolitics of the modern world and it reveals future events yet to occur. As the reader will see, these future events can be seen as an inevitable, logical, result of what is now occurring in modern world events; however, few believe that the future will unfold as the Bible prophesies. This research paper will first examine Ezekiel 38-39 in its proper context within the book of Ezekiel, and then it will examine the Ezekiel 38-39 prophecy in depth.

Read/Download pdf >>>

Duidelijkheid over de Wet

Het wettig gebruik der Wet

De Wet, in de volksmond door leken “De tien Geboden” genoemd, is tot op de dag van vandaag een heet hangijzer onder Christenen. Onder het mom van ‘duidelijkheid scheppen’ wordt er doorgaans meer verwarring gezaaid.  Als het even tegenzit krijg je dan een verhandeling te horen dat deze onverkort van kracht is. Maar hoe zit het nou echt?

Begin vorige eeuw schreef ds. Harry Bultema er een lijvig boekwerk over, wat nog vrij recent hertaald en opnieuw is uitgegeven door Stichting Vlichthus. Vanwege het grote belang en blijvende waarde van deze informatie hebben we het opgenomen in onze bibliotheek.

Klik afbeelding om boek (pdf) te downloaden

“Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen”. Na vier hoofdstukken horen we Paulus in Galaten 5 : 1 bijna in het echt met verheven stem uitroepen: Stáát dan in de vrijheid – in de genade – van Christus! Keer niet terug tot een leven onder de wet! Het is helaas zo vaak nodig dat Paulus deze basiswaarheid van het Evangelie krachtig verkondigt.

Leven uit Genade of uit de wet?
Hoe is het toch mogelijk dat er in deze hele bedeling zo vaak gewezen moet worden op leven uit alleen Genade? Waarom wil men terug naar een leven onder een wet – of een deel daarvan – die notabene ooit alleen aan Israël als volk gegeven werd en ook weer opgeheven werd? En waarom accepteert men niet dat de wet wel goed is, maar dat het “vlees” nooit de wet kan houden? Waarom gelooft men niet de Schrift? Die stelt namelijk dat een wedergeborene ín Christus een nieuwe schepping is. En dat hij daarmee dood is in het vlees en dus ook dood voor de wet?
Waarom probeert men toch telkens weer wet en Genade aan elkaar te verbinden, terwijl Gods Woord deze gedachte volledig verwerpt? Als gelovige in Hem leven wij niet meer onder welke wet of regel dan ook. Die kerken, gemeenten, leiders of individuen zo vaak trachten op te leggen. Leef daarom vanuit de vrijheid van Christus!
Predikant Harry Bultema
De schrijver van “Het wettig gebruik der wet” is predikant Harry Bultema (1894 – 1952). Hij hield zijn gehoor jarenlang voor dat de wet een “regel der dankbaarheid” voor de verlosten is. Na tot inkeer gekomen te zijn, zei hij: “…. dat ik thans in de heilige overtuiging sta dat noch de wet van Mozes in haar geheel, noch de wet der tien geboden in het bijzonder, de regel der dankbaarheid voor de gelovigen is. Van deze overtuiging mag ik niet zwijgen. Maar wens ik met tedere liefde en vrijmoedigheid rekenschap te geven.” Hij doet dat vervolgens op een bijzondere treffende wijze, die wij graag via deze uitgave aan u doorgeven.

 

Opname van de Gemeente. Pre trib? Echt wel.

Recent vernam ik dat de “Wakkere Kerk” binnenkort een conferentie belegt, waarop onder meer Esther Noordermeer zal spreken. Deze mevrouw heeft een aantal boeken geschreven en spreekt zeer regelmatig voor mensen die zichzelf ‘wakkere Christenen’ noemen. In een gesprek wat ik onlangs had, kwam naar voren dat lezers van haar boeken nogal huiverig zijn voor een uitgesproken stellingname over de Opname van de Gemeente. Ik wilde daar meer van weten en kwam op de website van Esther uit.

Zij schrijft onder meer:

De grote verdrukking

Aan de opname vast, zit de discussie over het begrip ‘grote verdrukking’. Hierover is de verwarring nog groter. De een meent dat deze al heeft plaatsgehad in het jaar 70. Toen is Jeruzalem verwoest en zijn zeer veel Joden omgekomen. Anderen bedoelen met de grote verdrukking een mondiale, zware vervolging van gelovigen. Weer anderen bedoelen met de grote verdrukking de oordelen die God over de aarde gaat brengen.

Ik ga in deze meditatie geen stelling innemen. Ik vind alle genoemde zienswijzen plausibel. Voor elk is gewoon wat te zeggen.

 

Helaas een nogal gebrekkige poging ‘kool en geit sparen’. Want ze zegt eigenlijk dat als je maar de juiste teksten plukt, je alles kunt ‘onderbouwen’.

 

Verder zegt ze:

Mijn omgang met het Woord is door de jaren heen veranderd. In plaats van eindconclusies uit het Woord te filteren, bevraag ik de Bijbel. Denken is een proces. Eindconclusies kunnen altijd weer worden herzien. Door het bevragen van het Woord ontwikkelt mijn denken zich verder en op basis daarvan kan ik voorgaande conclusies herzien. Als je samen het Woord bevraagt en accepteert dat het antwoord variabel kan zijn, blijf je open naar elkaar. Deze houding bindt samen in plaats van dat het scheiding brengt. Dan is er nog steeds discussie, maar anders. Niet door het roepen van eindconclusies, maar door inhoudelijke vragen te stellen en samen het Woord te bevragen.

 

“Het antwoord kan variabel zijn” is met andere woorden gezegd dat je met de Bijbel eigenlijk alle kanten op kunt, multi-interpretabel is. Al die stelligheid krijg je maar ruzie van, is de onderliggende gedachte.

 

Een opname behoort beslist tot Gods mogelijkheden. Hij kan Zijn kinderen op die manier bewaren, maar het hoeft niet.

 

Want nu als God dat Zelf expliciet in Zijn Woord zegt? Waarom die niet geraadpleegd?

 

Dan volgt nog een verhaal dat de Gemeente (blijkbaar?) onrechtvaardigen bevat, en dat we toch vooral moeten onthouden dat er een bruiloft aan komt…..

Esther:

Een reine bruid

God begint met het oordelen van de onrechtvaardigen in Zijn huis, omdat daar Zijn eerste belang ligt. Hij wil Zijn huis reinigen en klaarstomen voor de toekomst. Zijn huis moet een reine bruid worden, want er komt een bruiloft aan met een hemelse Bruidegom. Daarom begint het oordeel van God bij Zijn huis.

 

Een lang verhaal kort, dit is eigenmachtig gefilosofeer. In de hele lap tekst over een onderwerp waarover zij zegt

al veel gelovigen uit elkaar gedreven en geleid heeft tot ruzie

raadpleegt ze niet één keer echt Gods Woord. Een gemiste kans voor zo’n belangrijk onderwerp.

 

Een duidelijke stellingname is zeker mogelijk op grond van de Bijbel. Zonder ruzie te maken, degelijk en uitgebreid of beknopt.

 

Verwarring over identiteit van Israël

Ik ben erg geïnteresseerd in Bijbelse profetie. Daarom consumeer ik regelmatig toespraken van diverse sprekers die dit onderwerp behandelen. Voor degenen die thuis zijn in de Bijbel zal het geen verrassing zijn dat voor het volk Israël een belangrijke rol is weggelegd in de vervulling van Gods beloften.

Wat mij opvalt is dat er veel onwetendheid is over de identiteit van het Bijbelse volk Israël. Men ziet dikwijls geen onderscheid met de huidige Joodse staat die ook Israël genoemd is in de jaren na WOII.

Sommigen gaan zo ver door te beweren dat 144.000 Joden  (zie Openbaring 7) in de toekomst zullen worden ingezet om het Evangelie (wederom) over de hele wereld te verspreiden.  Terwijl de stammen van Israël daar toch met name genoemd worden. Joden zijn nakomelingen van Juda en van Benjamin. Dan zijn er nog 10 stammen, die weliswaar Israëlieten, maar beslist géén Joden zijn.

De Bijbel spreekt op verschillende plaatsen over een toekomstige terugkeer van het volk onder Gods leiding naar het land waaruit zij als volk ooit weggevoerd dan wel verdreven zijn. De voorwaarde waarop het volk in het land zou mogen wonen is dat zij God gehoorzaam zijn, d.w.z. dat ze geloven. Je hebt geen verbeelding nodig om te zien dat daar nu geen sprake van is. De Joodse natie is er een die op communistisch atheïstische leest geschoeid is. Evangeliseren is er verboden…….Er wonen weliswaar redelijk veel religieuze mensen, die echter doorgaans niet hun geloof hebben gesteld in de beloofde  Verlosser die zo’n 2000 jaar geleden Zijn eerste opwachting maakte. Deze werd destijds verworpen, en nog steeds wordt Hij buiten de deur gehouden.

In 1948 was er beroering over de oprichting van de Joodse natie, en dat is destijds ook hier in Nederland niet onopgemerkt gebleven. Er is toen een nog altijd zeer informatief boekwerkje verschenen wat wij ook in onze bibliotheek hebben opgenomen, wat ingaat op een aantal prangende vragen.

Klik afbeelding voor boek (.pdf)

 

 

        Zie ook:

144.000 verzegelde dienaren en de ontelbare schare

 

Het lijden van de Here Jezus Christus

Rond deze tijd van het jaar staan Christenen stil bij de gevangenneming, het lijden, de dood, en als het enigszins meezit, ook de opstanding van Jezus Christus. Dat laatste zet ik er nadrukkelijk bij, omdat het verhaal van het tv evenement genaamd de Passion bijvoorbeeld, steevast eindigt bij de kruisiging en dood van Jezus. Waar het verhaal beslist niet compleet mee is.

What does Jesus' resurrection mean to you? | Opinions | capjournal.com

Opmerkelijk is dat het lijden van Jezus doorgaans versmald wordt tot de laatste uren van Zijn aardse omwandeling; de gevangenneming in de hof van Gethsemané, de geseling, de gang naar Golgotha en de kruisiging. Dat wordt dan Zijn offer genoemd. Nu wil ik van het onmenselijke karakter van Zijn kruisdood uiteraard niks af doen. Talloze schrijvers en sprekers vertellen in detail hoe gruwelijk en zwaar dat moet zijn geweest. En dan zeker voor Iemand Die, zonder zonde, volmaakt, uit de hemel kwam.

En ja, Hij die zonder zonde was, voor ons tot zonde gemaakt, was ook de enige die dat KON doen, plaatsvervangend voor u en mij het oordeel over de zonde dragen en sterven. God voorzag zo in een perfect, volmaakt offerlam.

Wat mij in toenemende mate bezighoudt is de gedachte dat de hele levenswandel van de Zoon van God hier op aarde een lijdensweg moet zijn geweest. De Bijbel zegt over de menswording van de Here Jezus ondermeer dit:

Filippenzen 2: 5 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was,
6 Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn,
7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;
8 En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.

‘Heeft Zichzelf vernietigd (lett. ‘ontledigd’, teniet gemaakt), de gestalte van een dienstknecht aangenomen, en is de mensen gelijk geworden. Voor iemand van zulke hoge, volmaakte, hemelse komaf om het maar eufemistisch uit te drukken, moet alleen dát al een lijdensweg zijn geweest. En dan daarna de uiterste consequentie: Heeft Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden tot de dood, ja de kruisdood….

Over die gehoorzaamheid staat ook het volgende

Hebreeën 5: 7 Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze,
8 Hoewel Hij de Zoon was, (nochtans) gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden;
9 En geheiligd zijnde, is Hij allen die Hem gehoorzaam zijn, een Oorzaak der eeuwige zaligheid geworden;

Heeft gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij geleden heeft….

Waarom dat nodig was vinden we hier

Hebreeën 2:14 Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood tenietdoen zou dengene die het geweld des doods had, dat is den duivel,
15 En verlossen zou al degenen die met vreze des doods door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren.
16 Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan;
17 Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen.
18 Want in hetgeen Hij Zelf verzocht zijnde geleden heeft, kan Hij dengenen die verzocht worden, te hulp komen.

Het was dus noodzakelijk dat Hij mens werd, verzocht zou worden, zou lijden en sterven om ons, ellendige zondaren tegemoet te kunnen komen. Hij is overal doorheen gegaan, voor ons…..alle ongeloof, afwijzing, tegenspraak, lastering, bespotting, en uiteindelijk die gruwelijke kruisdood…

Voor ons.

Daarom durf ik de stelling aan, dat Zijn hele leven een lijdensweg is geweest, een opoffering. Hij, uiteindelijk voor ons gestorven. Niet maar voor onze zonden, maar zelfs in onze plaats.

Zoals eerder gezegd is het verhaal hier niet mee af. Want was Hij niet opgestaan, dan was ons geloof tevergeefs, en waren wij nog in onze zonden, zegt de apostel Paulus onomwonden:

1 Korinthe 15: 13 En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.
14 En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof;
15 En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden.
16 Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt.
17 En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.
18 Zo zijn dan ook verloren die in Christus ontslapen zijn.

De hele Schrift getuigt er echter van dat God zou omkijken naar de mens, en beloofde meteen ná de zondeval in Genesis dat er een Verlosser zou komen. En God heeft zoals altijd Zijn belofte gehouden.

Ik wens iedereen die dit leest alvast een opgewekt en daarom vrolijk Pasen!

De opname van de Gemeente

Book page image

Nieuw in de bibliotheek

Zondermeer is de “opname van de Gemeente” een van de meest besproken
onderwerpen onder degenen die uitzien naar de “dag dat ik Hem ontmoeten
mag”. Er wordt veel over “de opname” gesproken, geschreven en zelfs op film
gezet. Uiteraard staat het moment van deze gebeurtenis in de belangstelling;
de Bijbel laat ons immers niet in het ongewisse over de tijd waarin wij nu verkeren.

Is het voor, tijdens of na de Grote Verdrukking dat wij “de Heer tegemoet
zullen gaan in de lucht”?

Deze discussies omtrent het hoe en het tijdstip, vertroebelen helaas vaak waar het echt over zou moeten gaan.

Wat is “de opname” eigenlijk? Hoe ziet “de opname” eruit en wie zijn erbij betrokken?

Waartoe dient deze gebeurtenis? Deze vragen vergen Bijbelstudie, omdat er alleen in het
bovenstaande vers gesproken wordt over “opgenomen worden in de wolken”.

De andere Schriftgedeelten wijzen ons echter heel duidelijk waar het echt om gaat.

Dat is “onze openbaring voor de rechterstoel van Christus”.

Die zaligheid met eeuwige heerlijkheid, brengt met zich mee dat wij het aardse lichaam in
een “flits” zullen afleggen ten gunste van een veranderd en verheerlijkt hemels
lichaam. Daarmee mogen wij verder in de positie waarin wij sinds onze wedergeboorte gezet zijn.

Dit onvergankelijke leven ín Christus, ín de hemel, zal bij de
wederkomst van Christus uit de lucht, getoond worden aan Israël en de volken.